Hoewel het allemaal gaat wennen, blijft toch iedere keer weer “het jezelf tegenkomen” voelbaar. Het zijn nu wel de indrukken die weergeven hoe bijzonder deze samenleving in elkaar steekt. Het voordeel van ergens langer zijn brengt de mogelijkheid met zich mee om echt in contact te komen. Afgelopen zaterdag ben ik op een feestje geweest van een nicht van Hyacinta (mijn taaljuf)  die net geslaagd was voor haar bachelor in farmacie en haar diploma kreeg uitgereikt.

 

Hyacinta moest zich even omkleden en liet me in de bijkeuken achter. ik werd door dames naar voren geleid in de woonkamer om daar met de mannen in een kring om de geslaagde heen te gaan zitten,  naast de bisschop en  enkele nonnen en andere hoogwaardigheidsbekleders. Beleefd knikken naar elkaar,  enkele handen schudden en een Kilimanjarootje ( biertje) in ontvangst nemen. Het merendeel van de vrouwen ging op een stoeltje in keuken zitten zingen. Ik werd door de bisschop en enkele anderen uitgenodigd om lekker op zijn Afrikaans te wiegen en dansend non-verbaal elkaar verhalen te vertellen.

Erg leuk en bijzonder om te doen. (Ps. er zijn opnamen van gemaakt). Iedereen gaat ook dansend naar de geslaagde toe om vervolgens wat geld te doneren.  Het meisje op de foto is ook een nicht. Trouwens iedereen is hier nicht/neef als het maar ergens familie is, aangetrouwd of niet. Daarnaast heb ik nu ook begrepen hoe de huwelijksrituelen in elkaar zitten, maar dat een volgende keer.

Het project, waarvoor ik uiteindelijk hier ben, begint vormen aan te nemen. De groep van studenten die met het eigen initiatief komt om Service-Learning vanuit de Universiteit op te zetten teneinde eenzame  ouderen te ondersteunen en om leerlingen die dreigen vast te lopen op de lagere en middelbare school te helpen,  hebben zich verenigd in de stichting Opendo, hetgeen “hoop” betekent. Zoals eerder aangegeven begeleid ik deze studenten en we hebben het er met een aantal docenten over gehad om ze zoveel mogelijk te ondersteunen. Mijn neef Philip heeft aangeboden om ons te ondersteunen met het in elkaar zetten van een website, zodat we een platform hebben voor dit soort Service- Learning activiteiten in Europa en Afrika. Het project “Hoop” wordt dan een onderdeel, als example of good practice, voor eventuele fondswerving en voor de communicatie van de leden onderling. Deze week zijn ook de lessen begonnen. Ik word als volwaardig teamlid benaderd en wordt ook gevraagd om in te vallen.

Wel spannend om ineens voor 600 studenten te staan en een college over onderwijsmanagement in het Engels te verzorgen (terwijl het buiten 29 graden is en de regen op het dak ploert). Komende weken verzorg ik de colleges in de relatie van de wetenschapsontwikkeling en de effecten ervan op het onderwijs voor tweedejaars bachelor en comparative education voor de Master’s. Ook gaan we een internationale dag maken voor studenten uit Oeganda, Kenia en Tanzania over de waarde van “kijken in elkaars keuken”. Zou mooi zijn als daar in mei ook enkele studenten uit NL aan konden deelnemen.

Ik moet nog even uitzoeken wat deze uitdrukking in het Kiswahili betekent. Wordt vervolgd.Ik ben een ZZP-er, maar hier werken vooral mensen die ZZL-er zijn, de zelfstandige zonder loon. Loon is er soms en iedereen heeft wel een bijverdienste. De werkzaamheden variëren dan van vertalen tot editen van werkstukken. Ook zijn er collega’s die op het terrein van de school een vis-farm runnen of anderzijds school gerelateerde werkzaamheden uitvoeren, zoals een boekwinkeltje. Veelal zijn de inkomsten uit ander werk hoger dan die uit de betrekking. De economie is er een van: iedereen verdient aan de ander en we zijn er voor elkaar. Nu is dat bij ons ook zo, maar hier is het zichtbaarder en tastbaarder. Het is ook volkomen normaal om aan de ander geld “te leen” te vragen. Een bank verleent geen krediet, dus doen we het onder elkaar of in elk geval binnen de familie. Het is trouwens heel erg onbeleefd hier om het geld terug te vragen. Je moet er gewoon op vertrouwen dat het terugkomt.

Ik moet er erg aan wennen om niet al mijn geld in dit soort leningen te steken. Het heeft ook een eigen code om hiermee om te gaan. Je bent al gauw iemands vriend of broer. Zo noemt mijn mij: vriend, broer, Father, Doctor, Professor, husband. Ik probeer uit te leggen dat een man uit Kerkrade al gauw dr’ Dirk, dr’ Paul genoemd wordt, maar dat je dan nog geen Dr. bent. Maar ik geef les aan een universiteit, dus ben je professor of doctor, ontegenzeggelijk. Mijn opa Eck noemde ze destijds ook professor, omdat hij les gaf aan Rolduc hoewel hij MO Duits had. En als een vrouw je erg aardig vindt, dan noemen ze de “rijke” Mezungu ( blanke man) al gauw “my husband”.

Tekst en Foto’s Dirk Ernst

 

Geef een reactie