Vanuit de Poort van het Mergelland, via Aken naar Heerlen Poortwachter Jean Paul Moureau

 

 

 

Hij begon in zijn jongste jeugd te voetballen, in zijn geval bij SV Simpelveld. Zoals ook de nodige anderen, belandde hij min of meer per toeval in het doel, bleek als keeper het nodige talent te beschikken en belandde zelf bij een profclub in het buitenland. Via Bekkerveld kwam hij terecht bij stadsgenoot Sporting Heerlen. Uit het doel is hij inmiddels niet meer weg te slaan. Het gaat om een bevlogen doelwachter, genaamd Jean Paul Mourea.

 

Als we hem vragen zichzelf eens in een paar woorden neer te zetten als persoon, krijgen we een antwoord, waarin hij zich omschrijft als een sociaal denkend iemand, maar tevens een antwoord waar uit blijkt dat we te maken hebben met een persoon met de nodige zelfreflectie, getuige het volgende relaas: ,,Lastige vraag. Ik denk dat ik een persoon ben die altijd vrolijk is en positivisme wilt uitstralen. Verder ben ik een zorgzaam iemand, die zich ook verantwoordelijk voelt voor de medemens. Ik was tot voor kort altijd de vervelende jongen in de klas die zich niet altijd volledig inzette voor school. Dit jaar heb ik daar verandering in aangebracht. Ik concentreer me nu meer op mijn studie. Maar, zoals bij velen, blijft voetbal natuurlijk het mooiste wat er is. Vorig jaar heb ik een klein dipje gehad, maar nu heb ik het plezier in voetbal weer helemaal teruggevonden.”

 Sinds september dit jaar volgt Jean Paul de opleiding HBO-verpleegkundige, technische leerroute tot operatieassistent. Een pittige opleiding laat hij weten, aangezien je voor 2 beroepen leert,  een opleiding ook die maar voor een klein aantal mensen beschikbaar was. Jean Paul vertelt ontzettend blij te zijn dat hij deze kans heeft gekregen en zich dan ook voor de volle 100% op mijn studie te willen richten en  alles in het werk te stellen om het diploma binnen te halen.

 Zijn eerste schreden als voetballer in clubverband zette hij op de leeftijd waarop dat is toegestaan. Het begon allemaal bij SV Simpelveld, waar hij vanaf de mini-F tot de D-jeugd heeft gevoetbald. In de jeugd speelde hij aanvankelijk steeds op het middenveld. Hij vertelt verder: ,,Ik heb zelfs nog een jaartje bij Roda JC in het jeugdplan mogen voetballen. Daarna ben ik weer terug naar Simpelveld gegaan. Toen op een dag onze keeper voor de tweede keer zijn pols brak en niet meer kon keepen ben ik even later in de goal gaan staan.” Zoals vele anderen kwam Jean Paul dus eigenlijk per toeval in het doel terecht.

Dan verhaalt onze hoofdpersoon over zijn mooie ervaringen als actief keeper: ,,Hoogtepunten zijn overwinningen Borussia Mönchengladbach en Schalke’04. Ook naast het veld heb ik bij Alemannia Aachen vele hoogtepunten gekend. Maar het allermooiste wat ik tot nu toe heb meegemaakt is het kampioenschap met RKSV Bekkerveld 2 in de hoofdklasse en daarna het behalen van de halve finale van het landelijke kampioenschap. We troffen de amateurs van Ajax, waar een paar bekende namen op stonden. In Heerlen waren zij enkele maten te groot, maar op de Toekomst wisten we een mooi gelijkspel eruit te halen en zat er in de laatste minuut zelfs een overwinning in. Het was een geweldige ervaring, waar de tripjes in Amsterdam en Köln op volgden, die ook nooit meer vergeten zullen worden.”

Gevraagd naar eventuele dieptepunten geeft de goalie aan deze niet echt hebben gehald. Wél vindt hij jammer dat hij Bekkerveld met de A-jeugd niet in de vierde divisie kan blijven ballen.

Jean Paul is dus eerder actief geweest bij Alemannnia Aachen. Dat is in principe profvoetbal. Daarna ging hij naar Bekkerveld en nu is zijn thuishaven Sporting Heerlen. Over de redenen van die ‘verplaatsingen’ zegt hij het volgende: ,,Toen ik bij SV Simpelveld ging keepen bleek dat ik wel een balletje kon stoppen. Ik werd gebeld door toenmalig keeperstrainer van Alemannia Aachen, Hans Spillman, met de vraag of ik een keertje mee wilden komen trainen. Dat voelde uiteraard als een droom die uitkwam. Na twee mooie seizoenen werd het met het sociale leven, school en andere zaken toch allemaal te veel om daarbij nog zoveel te blijven voetballen. Toen heb ik geïnformeerd bij Camiel Prudon of ze bij Bekkerveld nog een keepertje konden gebruiken.

 

Vanaf dat moment is het allemaal in sneltreinvaart gegaan. Ik begon op de B1, toen ik nog C-gerechtigd was en binnen de kortste keren moest ik invallen op de A en het tweede elftal uithelpen. Op mijn 15e maakte ik in een oefenwedstrijd tegen FC Gulpen mijn debuut in het eerste elftal. Echter vorig jaar liep het niet helemaal lekker bij mij op voetbalgebied. Ik ging met tegenzin naar de training en zelfs tegen de wedstrijden keek ik op een gegeven moment op. Dan ga je je bij jezelf afvragen wat je hiermee doet en ik heb toen besloten om in de winter te stoppen en me volledig te focussen op mijn studie.

Deze zomer werd ik gebeld door Jorrit Dacier, waarvan bekend was dat hij trainer bij Sporting Heerlen zou worden. Hij vroeg of ik interesse had om weer te gaan voetballen. Mijn eerste reactie was dat ik het niet zag zitten. Uiteindelijk ben ik toch op gesprek gegaan. Ik heb er geen seconde spijt van gehad. Ik heb het nu namelijk super naar mijn zin bij Sporting Heerlen. We hebben een goed, maar ook een heel leuk, team.”

 

Duidelijk zal zijn dat Jean Paul inmiddels meerdere trainers heeft meegemaakt, op verschillend niveau ook. Hoe kijkt hij tegen die personen aan, vraag je je dan af. Jean Paul blijkt een duidelijke mening te hebben. Hij: ,,Bij Alemannia Aachen had ik een trainer, Ruben Hornberger, die ontzettend veel verstand van voetbal had, maar totaal geen idee had hoe hij met jongens van 14 jaar moest communiceren. Ik heb in ieder geval ontzettend veel van de man geleerd en ben ik een stuk wijzer geworden in het voetballen. Het jaar daarna kreeg ik een trainer die op het eerste gezicht een hele chille trainer leek te zijn. Op het moment echter dat het minder ging kwam zijn ware aard naar boven. Daardoor ontstond veel onvrede binnen het team. Bij Bekkerveld heb ik 2 jaar lang in het team van Camiel Prudon gevoetbald, die nu mijn assistent-trainer is, een geweldig persoon in de omgang, waar je ook goed mee kunt lachen. Maar als het serieus moest ging de knop ook meteen om. Ik ging op mijn 16e vast naar het tweede van Bekkerveld. Dat was een team met veel kwaliteiten. Onder Roy Vervoort hebben wij toen mooie successen behaald en soms echt goed voetbal laten zien. Al was het dan niet het mooie voetbal maar wel de vele doelpunten die ons zo succesvol maakten. Man, we hadden een geweldige voorhoede! Alsje er drie om je oren kreeg, maakte je er altijd nog minimaal vijf. Die mannen waren echt ongelooflijk!”

Veel keepers geven aan dat juist de extra druk die zij voelen het mooi maakt om het doet te verdedigen. Jean Paul is het daarmee eens. Het geldt ook voor hem. De rol van de keeper is natuurlijk ook een belangrijk, een foutje kan fataal zijn, een redding kan je als goalie tot held maken.

Dan omschrijft Jean Paul zichzelf, zelfkritiek daarbij niet schromend, als doelman: ,,Ik ben een jonge keeper die nog veel moet leren en nog veel ervaring moet opdoen. Ik geef me in mijn wedstrijden altijd voor 200% en doe er alles aan om te winnen. Heel belangrijk is de nul te houden. Ik ben een keeper met een goede reflex en ben zeer sterk in de één tegen één. Wel vind ik dat ik beter moet worden in mijn coaching om mijn verdediging altijd goed te hebben staan. Ook moeten de foutjes eruit. Wel goed van mezelf vind ik dat ik altijd kritisch blijf op mezelf, ook al hou ik de nul. En  krijg ik amper wat te doen, probeer ik toch momenten eruit te halen waar ik iets anders had kunnen doen. Als ik een foutje maak ben ik me hier ook direct bewust van. Dan kan ik soms dagen kwaad op mezelf zijn, ook al heeft het geen invloed gehad op het resultaat van de wedstrijd. Soms moet ik dat proberen los te laten.”

Zoals ook Jaen Paul heeft vermeld en veel trainers ongetwijfeld denken, is een keeper zeer belangrijk. In zijn ogen moet een goede sluitpost vertrouwen uitstralen, te beginnen bij het coachen van zijn verdediging. ,,Verder moet een doelman een goede trap hebben en kunnen meevoetballen. Inschattingsvermogen is van groot belang. Ook moet een keeper tweebenig zijn en een goede reflex hebben,” aldus Jean Paul en verder: ,,Natuurlijk moet je als keeper ook een beetje gek zijn. Ga er maar eens staan als een speler op vijf meter afstand die bal op je afrost. Het is ook al vaker gebeurd dat ik door een botsinkje even weg was, maar dat is het risico dat je neemt. Je moet niet bang zijn om een duel aan te gaan en al zeker niet twijfelen bij de handelingen die je doet. Dat kan je fataal worden,”

De geschiedenis heeft vele grootheden voorgebracht, we doelen uiteraard op keepers. Jean Paul is nog relatief jong. Namen als Lev Yashin, Jan Jongbloed, Gordon Banks, Jan van Beveren, Sepp Maier, Jean Marie Pfaff, laat staan Frans de Munck, zullen hem weinig of  niets zeggen. Hij kan wel putten uit een ander, moderner, arsenaal. Jean Paul weer: ,,Nu in mijn tijd zou ik zeggen Manuel Neuer van Bayern München. Hij heeft alles wat een keeper nodig heeft. Hij is ontzettend groot en breed, zijn inschattingsvermogen is perfect bij het uitkomen, hij kan goed meevoetballen en is ongelofelijk sterk op de lijn. Vroeger was mijn droomkeeper Iker Casillias. Ik was helemaal weg van zijn stijl.”

Aan een doelman vraag je vanzelfsprekend ook wie er bij Oranje in de goal moet staan. Onze geïnterviewde vindt het een lastige vraag, maar denkt dat Jasper Cillessen op dit moment onze beste optie is.

Parkstedelingen hebben meestal wel een band met Roda JC. Jean Paul heeft dat niet zozeer, hoewel hij dus wel een jaartje in het jeugdplan van die club heeft doorgebracht. Wel hoopt hij dat RJC in de eredivisie blijft, puur omdat het mooi zou zijn voor het voetbal hier in de buurt.

Een paar clubs heeft Jean Paul inmiddels ‘versleten’, zo hebben we kunnen lezen. Nu is hij dan bij Sporting Heerlen. Blijft dat zo, of heeft hij nog andere ambities, luidt de slotvraag. De doelman: ,,Of ik mijn hele carrière bij Sporting Heerlen zal blijven voetballen kan ik nu niet zeggen. Wel weet ik dat het een super gezellige club is waar iedereen recht voor de raap is. We hebben een geweldig goed maar ook leuk team, waarmee we een mooi seizoen kunnen draaien. De staf is heerlijk om mee te werken en de sfeer zit er goed in. Ik wil zeker nog een aantal jaar bij Sporting blijven om mezelf te ontwikkelen en door te groeien. De trainingen die we bij Sporting hebben zijn van zeer maar dan ook zeer hoog niveau, wat het trainen ook leuk houdt, met veel variatie.”

Foto’s®ParkstadActueel/Lucho Carreno

 

 

Geef een reactie