Nepalreis 2018 – Dag 4

Gisteravond verzamelde het grootste gedeelte van onze groep om 23:45 uur in de lobby van ons guesthouse om de voetbalwedstrijd live te kijken tussen België en Frankrijk. We deelden de lobby met een deel van een internationale groep vanuit de organisatie Projects Abroad. De begeleidsters van deze groep zijn nog erg jong en komen uit Frankrijk, Duitsland en België, maar ze hebben de ‘wind’ eronder. Het is bewonderenswaardig hoe ze met zijn drieën een groep van 34 jongeren tussen de 15 en 18 jaar onder controle hebben. En dat terwijl de jongeren elkaar allemaal niet kennen. ‘s Avonds moeten deze jongeren om 22.00 uur in hun kamer zijn en dat doen ze tot onze verbazing erg gewillig. Bij navraag vertelden de begeleidsters wel dat ze vaker op de gangen patrouilleren om te controleren of de kinderen ook daadwerkelijk in hun kamer zijn. Het enige dat ze moeilijk vinden, is het op tijd komen. Om iedereen op tijd te verzamelen vraagt nogal wat en daar zuchtten ze dan ook over en draaiden wat met hun ogen. Wij hebben respect voor deze drie jonge vrouwen uit drie verschillende landen. Ze pakken het ‘gründlich’ aan en niet alleen zij,  maar ook de jongeren in hun groep zijn alleraardigst. Zij snuiven aan de Nepalese cultuur en werken hier en daar mee op een school. Voor de voetbalwedstrijd hadden de groepsleiders een uitzondering gemaakt en daarom zaten de Nederlandse en de Fransen jongeren uit hun groep samen met ons voor de buis. Dit bracht al meteen de nodige hilariteit teweeg. De weddenschappen werden gemaakt, de Tuc-koekjes open getrokken en de lobby werd omgebouwd tot een heuse bioscoop. De medewerkers van het guesthouse kwamen gezellig bij ons zitten en al snel bleek ongeveer de helft van de toeschouwers voor België te zijn en de andere helft voor Frankrijk: wie zou er gaan winnen? De eerste helft van de wedstrijd zaten we vol spanning aan de buis gekluisterd. De kansen die beide elftallen kregen, maakten de wedstrijd boeiend en we zaten gezellig bij elkaar. Na de rust keerde dit, op het moment dat het Franse team scoorde. De Fransen onder ons maakten een vreugdedansje en vroegen goedmoedig en plagerig aan ons: “Are you okay?” Helaas voor ons is er geen goal meer gevallen en verloren de Belgen. De vreugde die we bij de Fransen zagen, maakte veel goed en toen ze aan ons vroegen of we het erg vonden, merkte Shauny geestig op: “Neuh, wij zijn Nederlanders!”. Na de spannende wedstrijd en een geslaagde avond doken we veel later dan normaal in bed. In de ochtend mochten we een uurtje langer uitslapen, maar we waren toch benieuwd hoe we ons in de ochtend zouden voelen. Gelukkig viel dat hartstikke mee en rolden we allemaal op tijd uit bed. Michele, Hugo, Daniel en Maarten stonden om kwart voor 7 klaar om te sporten. De rest van ons zat netjes om half 9 aan het ontbijt. Na het ontbijt ging een deel van ons weer met Maarten sporten en Michele, Daniel en Hugo doken terug het bed in om alsnog een uurtje slaap in te kunnen halen.

 

Terwijl iedereen aan het sporten was en de mannen (buiten Mattie) voor pampus in bed lagen, liepen Noëlle, Fleur en Shauny de stad in om nieuwe henna te kopen. In het winkeltje kregen ze een klinische les over de oorsprong hiervan. Henna werd eerst altijd als een soort verf gebruikt. Dit werd op bladeren gesmeerd om afdrukken te kunnen maken op de handen. Pas nadat de henna in buisjes geproduceerd ging worden, veranderde dit en gingen de mensen experimenteren met andere afbeeldingen, zoals draken, robotten en alles wat men maar wilde. De verkoopster gaf aan het jammer te vinden dat dit gebeurd was, omdat de henna hierdoor verder van de natuur af was komen staan. Zij vertelde dat zij het heerlijk vond om henna te maken, omdat haar dit veel rust gaf. Voor Noëlle was dit heel herkenbaar om te horen. Het feit dat je iemand blij kunt maken met zoiets kleins, maakt het tekenen met henna heel rustgevend. Dat hier ook nog mooie kunstwerkjes uit voort kunnen komen, geeft daarnaast ook nog de nodige voldoening. Na dit gesprekje dat voor veel herkenning zorgde, gingen ook deze drie dames snel terug naar het guesthouse voor de lunch. Daar kwamen ze erachter dat de anderen na het sporten meerdere provisorische wasdraden getrokken hadden, emmers gevraagd hadden en op de hand de sportkleren gewassen hadden. Het was leuk om te zien dat onze was dwars door de kamers en op de balkons uithing en we hopen dat de was droog van de draad af zal komen met dit natte weer!

 

 

 

We konden vandaag pas om 13.00 uur met de bus naar Thali, omdat de graafmachine eerst de grond moest afgraven ter voorbereiding van ons werk en dat was helaas nog niet klaar. Daarom besloten we pas na de lunch te gaan in de hoop dat het graafwerk klaar zou zijn en we meteen aan de slag konden gaan. Voor het geval dat het laten wapperen van de handen in Thali niet mogelijk zou zijn, hadden we een alternatief programma in ons achterhoofd, namelijk te beginnen met de lessen die we hebben voorbereid. Zo oefenden we van tevoren nog meermaals het liedje dat Marieke thuis nog op noten had gezet en voor ons had ingezongen en ingespeeld. De tekst werd hier en daar nog wat bijgeschaafd, omdat we het volgens de Engels-experts onder ons, in plat Engels hadden geschreven. Volgens de Chrisko-principes gaan we zingend, dansend, knutselend, bewegend en pratend de kinderen van de Thali-school in het Engels de kleuren en de daarbij behorende woorden leren. Het liedje dat als rode draad door de lessen heen loopt gaat als volgt:

Red is the colour of love
Green is the colour of the grass
Blue is the colour of the sky
And yellow, the colour of the sun
Brown is the colour of the monkey
And black, from darkness and from night
And white the colour of the snow
These are the colours, the colours of our hearts
So take a pencil and give colour to your life

We maakten het hier en daar nog met zijn allen driestemmig, Shauny en Claire maakten er een dansje bij en we vertrokken daarna bepakt en bezakt richting Thali. In de bus leerden we het liedje aan onze mannen, soms onder luid protest, zodat ook zij beslagen ten ijs zouden komen. Zo kwamen we gewapend met onze nieuwe handschoenen en de welbekende witte VBI T-shirts aan in Thali. T-shirts waarvan we dit jaar alleen hele grote maten voor handen hadden, maar ieder heeft hier op zijn eigen manier een oplossing voor bedacht, dus dit kon de pret niet drukken. De kinderen die naar de Engelse private school gaan, stonden ons al op te wachten. In het dorpsschooltje zaten de anderen nog rustig te werken. Het deed ons deugd om dat te zien. Niemand kon ons vertellen hoe ver de graafmachine gevorderd was. Een groep meisjes legde uit dat dit kwam doordat er een aantal jaren geleden iemand gestorven was, terwijl hij bij een graafmachine rondgelopen had. Uit angst door dit gebeuren hadden ze dan ook besloten om niet te dicht bij de graafmachine rond te lopen. Dit vonden ze wel erg jammer. Onderaan de plek van de graafmachine groeiden namelijk de lekkerste vruchten en ook die konden ze nu niet meer bereiken. Zodoende liepen we meteen door naar de plek waar wij de fundering zouden gaan graven. De graafmachine had al werk verzet, maar dat was helaas niet genoeg om te kunnen gaan doen wat we hadden gedacht te gaan doen. Flexibel als we zijn, bewogen we mee met het alternatieve programma van Sameer. Zo trokken onze mannen hun regenjassen aan, in eerste instantie nog niet omdat het regende, maar als bescherming tegen bloedzuigers en aanverwant ongedierte, ze deden hun broek in de sokken en liepen bergafwaarts met ‘botte’ kapmessen om bamboestokken te kappen. Ze waren nog niet goed en wel beneden of het begon te regenen. De ‘principal’ die met ons meegelopen was naar de bouwplaats rende met de vrouwen naar een lokaaltje, opende de deur en binnen de kortste keren leerden we hier de jeugd van de hogere kaste het lied en het dansje over de kleuren. Leuk om te zien hoe ze meededen.

 

 

Toen we dit gedaan hadden en het minder ging regenen, verdeelden we ons. Sommigen van ons liepen bergafwaarts om de bamboe die gekapt was te verplaatsen en anderen liepen onder de paraplu richting de Thali-school om ook daar de kinderen het liedje aan te leren. Ineke was kwijt, maar haar vonden we al snel genoeg terug op het balkon in één van de huizen in het dorp. Zij vertelde ons dat haar was opgevallen dat er zo weinig spullen in dit huis staan. Ze begon zich hierdoor af te vragen of alle luxe die wij hebben wel echt nodig is.

 

 

Eenmaal bij het schooltje wachtte ons een grote verrassing: de klaslokalen waren leeg en op slot. De school was uit… Santa bood ons een kop thee aan en daar maakten wij dankbaar gebruik van. Zo kwamen we in haar keukentje terecht met een aantal kleinere kinderen. In de keuken stond op een bankje een hele rij gekleurde plastic Ikea-bakjes (die we vorig jaar meegenomen hadden voor de kinderen) uitgesteld om te drogen. Dit prikkelde onze verbeelding en wij sprongen hier gelijk op in, door de bakjes te gebruiken om de kleuren nogmaals te oefenen. Dishant, een lichamelijk gehandicapt jongetje uit het dorp, die voorheen weinig kon zeggen, bleek nu de kleuren in het Engels te kunnen benoemen. Vivian plakte er gelijk een tel-lesje aan door de bakjes op kleur te sorteren en te tellen. Ze nodigde de juf uit om deze les over te nemen, zodat ook zij met haar Engels zou kunnen oefenen. Wat we toen meemaakten, ontroerde ons zeer. De juffen onder ons zagen hier een bepaalde theorie in de praktijk gebracht worden. Ieder woord dat je kent, kan op twee manieren geleerd worden: productief en receptief. Productief houdt in dat je het woord zelf in een zin kunt gebruiken en receptief houdt in dat je het woord kunt begrijpen wanneer anderen het gebruiken. We zagen de juf deze theorie op natuurlijke wijze helemaal volgens het boekje toepassen door zowel vragen te stellen als “Can you give me the blue bowl?” als “Which colour is this?”. We merkten dat de juf ook veel beter Engels is gaan spreken. Zij zelf zei dat ze alles kon verstaan, maar dat ze nergens gelegenheid heeft om te oefenen met haar Engels. Wij zullen ons dus echt erop richten om haar te laten oefenen. Hierna speelde Fleur nog een spelletje “I can see, I can see, what you can’t see and the colour is…”. Janneke kwam op een gegeven moment op het idee bij gebrek aan krijt om met water op het schoolbord het woord ‘pencil’ te tekenen, zodat elk woord van het liedje duidelijk zou zijn. Ook wij worden net als de Nepalezen uitgedaagd om van de nood een deugd te maken en genieten van de ideeën waarmee iedereen op de proppen komt. Op deze manier wisselden we op spelende wijze af tussen tellen, woordenschat, zingen en dansen. Het was een ontzettend leuke middag.

 

 

 

 

Bij de bamboe ondertussen, waren de mannen aan de slag met het kappen, inmiddels in de stromende regen. Met een kapmes zijn zij de rimboe ingestuurd om zes à zeven meter hoge bamboestokken te kappen met een doorsnede van ongeveer 10 centimeter. Die hebben we morgen nodig om een muur te maken. De bamboestokken zullen dienen als steunpalen voor metalen golfplaten. Op deze manier wordt de muur gemaakt. De muur zal ervoor zorgen dat de rollende aarde, die op het plateau wordt weggegraven, niet op het lagergelegen boerenveld terecht zal komen. Ook hier maakten vele handen licht werk. De bamboestokken moesten namelijk vanuit de rimboe naar een andere plek verplaatst worden. Hiervoor werd weer het bekende rijtje gevormd. Na een goed uur was iedereen hierdoor helemaal doorweekt. Als verzopen katten kwamen ze dan ook bij de school aan, waar Santa een heerlijke kop warme thee voor hen had. Maarten zei voor de grap tegen Sunil: “Come here, I’ll give you a hug” en in plaats van een ”nee” doken meerdere kinderen hem hartelijk in de armen. De meiden van onze groep offerden zich op door hun droge kleren uit hun tas in te leveren. We hebben van vandaag in ieder geval geleerd dat we altijd een extra setje kleren mee moeten nemen tijdens het regenseizoen!

 

Na een beetje opgewarmd te zijn, gingen we terug naar het guesthouse. Onderweg kwamen we veel beekjes, plassen en stromend water tegen door de hevige regenval waar we vandaag mee te maken hebben gehad. Chitra zelf vond dit erg grappig en riep meerdere keren: “Look, swimmingpool!”. Thuis namen we een lekkere warme douche en was het al snel weer tijd om te gaan eten. De jongens kwamen op een gegeven moment naar buiten, klaar om te gaan. Het duurde even voordat degenen onder ons die eigenaar waren van een paraplu door hadden dat de jongens daar vrolijk mee liepen te paraderen, omdat hun eigen regenjassen doorweekt waren van het werken. Al met al was het een fijne en natte dag die we in onze herinneringen zullen eedragen!

 

Tekst en foto’s 30 handen helpen Nepal

Geef een reactie