Nepalreis 2018 – Dag 8

 

 

Tijdens het ontbijt inventariseerden we de zieken: van netelroos tot diarree, van een koortslip tot misselijkheid…iedereen had wel wat. Met Hildes enkel gaat het gelukkig al een beetje beter, haar bergschoenen zijn een uitkomst in deze. Ondanks alles gingen we nog met een volle bus op pad. Twee zieken lieten we achter in het guesthouse, de rest ging met ons mee. Vandaag stond de internationale zondagsmis op de planning. We gingen naar de kerk waar we vorig jaar ook geweest zijn. We hebben voor deze viering gekozen, omdat deze in het Engels is. Het is erg fijn om even een uur tot rust te kunnen komen. De kerk ligt in een klein steegje achter een drukke straat. Hierdoor is dit, net als het guesthouse, een oase van rust.

De pastoor, die er vorig jaar ook was, sprak een mooie en oproepende preek. Hij riep iedereen op om voor ons geloof uit te komen en niet bang te zijn. Wij hoeven niet met de Bijbel in de hand door het land te trekken, wat volgens de wet in Nepal ook verboden is, maar kunnen op vier wijzen laten blijken dat wij compassie met onze medemensen hebben. Hierdoor kunnen wij kleine lichtpuntjes zijn in onze samenleving. Allereerst kunnen wij ons richten op de lepralijders van onze samenleving: degenen die uitgestoten zijn. Hierdoor laten wij zien dat wij als christenen iedereen gelijk vinden. Daarnaast kunnen wij de doden ‘opwekken’; niet letterlijk, maar figuurlijk: door degenen die innerlijk een dood gevoel gekregen hebben, bijvoorbeeld door een verbroken relatie, een luisterend oor te bieden. Wij kunnen hen helpen uit hun verdoving te komen en hen op deze manier als het ware weer ’tot leven te wekken’. Daarnaast kunnen wij ons richten op de zieken. Als wij niet in staat zijn om hen letterlijk beter te maken, kunnen wij hen helpen door hun gevoel van eenzaamheid te doorbreken. Tenslotte kunnen wij de armen, zowel financieel als in natura, laten zien dat we samen met hen op pad gaan. Door ons voor deze vier doelgroepen in te zetten, tonen wij ons geloof in een barmhartige God.

De priester gaf aan dat het logisch is dat wij vaak bang zijn om te spreken. Ook hij sloeg altijd dicht tijdens mondelinge tentamens en snapt nog steeds niet hoe het hem gelukt is om te durven preken. Het antwoord hierop stond in de Bijbel: waarom zouden wij bang zijn als God ons wil helpen en beloofd heeft altijd bij ons te zijn? Waarom moeten wij bang zijn als wij weten dat Hij ons de Heilige Geest beloofd heeft, die ons op de momenten dat wij niet durven spreken, woorden kan geven. God zoekt niet de gekwalificeerde mensen, maar de mensen die hun talenten in Zijn dienst inzetten. Het was een mooie preek die ons allemaal aansprak. Dit past helemaal bij het komende kampthema en riep dan ook de nodige herkenning op. Aan het einde van de mis liepen we naar buiten en zagen we op de grond twee Nepalese jongens zitten, die de extra collecte aan het tellen waren. Dat riep bij ons de herinnering op aan de deurcollectes die wij mochten houden in het cluster Heerlen Zuid ten behoeve van ons project in Thali.

Buiten kregen degenen die dat wilden een bekertje sap en was er gelegenheid tot ontmoeting. Zo spraken we met verschillende andere gelovigen. Eén hiervan was een vrouw. Ze vertelde dat ze afkomstig was uit Pakistan. Van daaruit was ze bijna vier jaar geleden met haar man en haar zoontje gevlucht naar Nepal. Vanwege haar katholieke geloof was het leven in Pakistan niet meer veilig voor haar en haar gezin. De moslimgemeenschap heeft daar de overhand en staan de christenen naar het leven. Deze vrouw vroeg ons dringend om hulp: als ‘urban refugee’ heeft ze de status van vluchteling, waardoor ze weinig tot geen rechten heeft. Zo kunnen ze niet naar het buitenland en kunnen ze ook niet legaal werken. Alleen illegaal kunnen ze geld bijverdienen. Rondkomen van het geld dat ze krijgen is heel moeilijk. Haar hele leven hier in Nepal is daardoor moeilijk geworden. Ze beschreef haar leven hier in Nepal als een ‘open prison’. Ze raakte geëmotioneerd toen ze vertelde dat het nog te verdragen is als je als volwassenen geen eten hebt, maar dat het verschrikkelijk is om te moeten aanzien wanneer je kind geen eten heeft. Ze deed een beroep op ons om te kijken of iemand in ons netwerk haar en haar gezin hulp kan bieden. Vivian bood aan om haar verhaal op social media of in de krant te delen. Dit vond de mevrouw goed, maar ze wilde absoluut niet dat er een foto bij geplaatst werd. Anders zou ze het risico lopen dat de mensen waarvoor ze gevlucht is, haar traceren en vermoorden, omdat zij immers wel de vrijheid hebben om een vliegtuig te nemen…

 

Inmiddels was het bijna half twaalf en besloten we meteen door te rijden naar Thali. We waren nog maar net op weg of iedereen die mee was gegaan, lag al te pitten. Janneke en Vivian viel de eer te beurt om naast Chitra op de voorbank te zitten en zij genoten van de sightseeing en maakten ondertussen foto’s. Het plekje naast Chitra is een felbegeerd plekje, omdat je daar het meeste uitzicht hebt en ziet wat er gaat komen. Danaé zei: “Het is vooral fijn om de ‘hoebels’ en kuilen te zien aankomen, dan kun je je daar al op voorbereiden!”.

 

Eenmaal in Thali aangekomen, kwamen we erachter dat de graafmachine ver genoeg gevorderd was, waardoor we eindelijk konden beginnen met de bouw van de eigenlijke school. Vandaag maakten wij een start met het graven van gaten van ongeveer 1,80 meter diep. Mattie bleef vanaf de balustrade alles kritisch bekijken. Hij zag het in het begin namelijk niet zitten om de wit gemarkeerde gaten te graven, als er een graafmachine voorhanden was die de eerste aanzet kon maken. Terwijl wij allemaal klaar stonden om te gaan beginnen, bleef hij op afstand staan. Wij probeerden het werk zo goed als mogelijk te verdelen, maar toen Michele de pikhouweel in de grond zette, had hij binnen de kortste keren de steel in de hand. Hugo maakte deze weer in orde met bamboehout, maar er werd toch opnieuw overlegd en toen werd er toch besloten dat de graafmachine de eerste laag weg zou halen en de mannen dan de diepte in zouden gaan. Mattie was het helemaal eens met dat plan, maakte zich klaar en was in no time beneden om alsnog te helpen. We konden starten met drie gaten, maar uiteindelijk moeten er twaalf gaten komen, die als fundering van het schoolgebouw kunnen dienen. De mannen gaven zich hieraan en vonden al snel een ‘treasure’. Toen de graafmachine de bovenste laag weggehaald had, kwam er zand tevoorschijn. Hier was iedereen blij mee, omdat dit zand dan weer gebruikt zou kunnen worden voor het maken van cement! We zien dat de Nepalezen tijdens het werken, net als wij, steeds voor verrassingen komen te staan. Ze zijn flexibel en goed in het maken van ad hoc beslissingen, maar aan de andere kant lijkt het voor ons hierdoor soms een geregelde chaos, waarbij ze in onze ogen vaak kiezen voor kortetermijnoplossingen.

 

De vrouwen klommen intussen het bergje weer op, omdat er voor hen geen werk was op dat moment, en trokken naar de school. Daar waren de kinderen van het schooltje op het dak, waar vorig jaar de balustrade is gemaakt, aan het spelen. Zij gebruikten daarvoor hun eigen slippers en wij zagen nu met eigen ogen dat het platte dak door de omheining een echte speelplaats was geworden waar de jeugd veilig kon spelen. Als echte acrobaten vertoonden de jonge jongetjes hun kunsten en ze waren erg onder de indruk toen Shauny ineens een radslag maakte. Zij konden natuurlijk niet achterblijven en showden dat zij dat ook konden.

 

Daarna herhaalden we met de kinderen ons kleurenlied. Het was erg leuk om te zien dat de meeste kinderen het liedje nog kennen. Omdat niet elke dag dezelfde kinderen op school zijn, waren er ook kinderen die het liedje nog nooit gezien hadden. Dit was echter bijna niet te merken, omdat zij net zo hard meezongen en mee dansten als de anderen. Opeens kwam Santa en vertelde dat ze het eten, heerlijke ‘fried rice’ dit keer, al klaar had en ze vroeg zich af of wij al wat eten zouden lusten… Inmiddels knorden onze magen, dus dit nieuws vonden we erg fijn. Via de telefoon piepten we ook de gravers op en we genoten van een heerlijke lunch.

 

Na de lunch trokken de mannen wederom naar de bouwplek om verder te graven. De rest bleef in het schooltje en de kinderen vlogen met ons uit in verschillende groepjes. De één voorzag de kinderen van henna, anderen leerden de leerlingen het lied ‘in spring de bocht gaat in..’ tijdens het springtouwen, met behulp van plastic bekertjes werd de ‘cup song’ aangeleerd en weer anderen werkten aan de blog… Het was een vrolijke boel. Op een gegeven moment zagen we Chitra, Michele en Mattie op een rode scooter springen en als drie ondeugende jongetjes de weg naar het schooltje rijden. Dit is maar een korte afstand, maar ze hadden met zijn drieën plezier voor tien. Ondanks dat praten met Chitra met handen en voeten gaat, verstaan de mannen elkaar hartstikke goed. We zijn er ook achter gekomen dat de lampen in het schooltje nog steeds aangesloten zijn op het netwerk van de overbuurvrouw, die daardoor dus voor de elektriciteit moet betalen. Het schijnt moeilijk te zijn om een vaste aansluiting voor de school zelf te regelen, maar daar zijn ze inmiddels al een jaar mee bezig. De lampen zijn hierdoor niet altijd brandend, dus we hopen dat de vaste aansluiting er snel komt. Michele zei: “één voordeel: de lampen gaan op deze manier wel lang mee!”

 

De gaten zijn nog niet helemaal klaar, maar het begin is gemaakt. Het begon echter al vrij laat te worden en al snel hoorden we Chitra dan ook fluiten: het was tijd om te gaan. We stapten allemaal in de bus en begonnen aan de 13 kilometer die we af moeten leggen om terug bij het guesthouse te komen. Tijdens het avondeten bekeken we eens op Google Maps de route die we steeds nemen. De route herkennen we, maar de tijd die erbij staat, vinden wij niet helemaal accuraat. Door de hobbels en bobbels in de weg duurt het vaak veel langer.

Eenmaal thuis deden we rustig aan. We gingen vandaag wat vroeger eten, omdat ze in Brezel een feestje hebben vanavond voor de finale van het WK. Overal zien we grote projectieschermen ophangen en lopen Nepalezen met T-shirts van voetbalteams rond. Wij zijn niet in Brezel gebleven om de wedstrijd te kijken, maar zitten nu met z’n allen rond de televisie in de lobby waar wij allemaal voor Kroatië juichen! Voor nu dan ook ‘Namasté’ en alvast slaap lekker!

Tekst en Foto’s 30 handen helpen Nepal

 

Geef een reactie