Nepalreis 2018 –Dag 11

 

 

 

Tijdens het ontbijt lazen we vandaag, tegen de regels in, twee voetjes. Dit was nodig omdat we gisteren door alle drukte en zieken vergeten zijn de hartenwens te lezen. Morgen proberen we er weer aan te denken!

Ineke en Vivian zijn nog in het ziekenhuis. Ineke wordt hier goed verzorgd. Ze is dankbaar dat ze zo goed voor haar zorgen en haar nauwlettend in de gaten houden. Ze laten hier niets aan het toeval over, voor zover wij dat kunnen beoordelen. In zekere zin was het fijn om een rustig nachtje door te brengen in een schone ziekenhuisomgeving met airco. We konden zelfs onder de deken slapen. Toen de zuster in het donker ZAG dat Vivian aan het krabben was aan een muggenbeet ging ze meteen, midden in de nacht, op zoek naar een elektrisch apparaatje tegen muggen. Een leuke bijkomstigheid was dat er ook nog een aangenaam geurtje vanaf kwam. Zowel de dokters als de verpleegkundigen zijn erg attent. Wij ontvangen hier liefdevolle zorg en ook hier weten we ons met gebrekkig Engels en onze handen en voeten verstaanbaar te maken. De dokter had op haar telefoon Google Translate geïnstalleerd, waarop wij in onze eigen taal konden inspreken wat Ineke mankeerde en dan werd dat voor haar vertaald in het Nepalees en in het Engels. De techniek staat voor niets en tegenwoordig zijn we van alle gemakken voorzien.

Rond lunchtijd kwamen Maarten en Mattie aan in het ziekenhuis om Ineke een bezoekje te brengen. Terwijl we naar Maarten keken, besloten we hem ook even langs de eerste hulp te sturen om zijn poepje te laten onderzoeken. Het had heel wat handen en voeten in de aarde nodig eer we hem duidelijk gemaakt kregen dat hij in een klein potje moest poepen. Uiteindelijk lukte hem dat en werd het onderzocht. Ook hij bleek een bacterie te hebben en kreeg voor drie dagen een antibiotica mee naar het guesthouse, waar Fleur en Eefke ook waren omdat zij zich niet lekker voelen.

Op halve kracht gingen we hierdoor richting Thali. In Thali gingen we met z’n tienen aan de slag op de bouwplaats. In de school konden we vandaag niet zoveel doen, omdat de kunstwerken, die de kinderen van klei maakten, nog moesten opdrogen voordat we met het verven kunnen beginnen. In verband met ons uitgedunde groepje, was dat helemaal niet erg: we konden namelijk ieders hulp goed gebruiken. Vol goede moed trokken we weer naar de bouwplaats die het dorp ter beschikking heeft gesteld voor de bouw van de nieuwe lokalen. Daar aangekomen, zagen we dat de twee werkmensen, die ons al een aantal dagen helpen, al aan de slag waren gegaan. Ze wezen ons op de enorme bergen klei die er nog steeds lagen en we stortten ons hier met man en macht op door deze buiten de bouwplaats te verplaatsen. Ondertussen werkten de mannen door met het voorbereiden van de gaten.

Opeens riepen de twee werkmannen ons terug naar het allereerste gat dat wij gegraven hebben. We vroegen ons af wat dit te betekenen had, maar al snel zagen we dat we één van de wanden niet stijl genoeg naar beneden uitgegraven hadden. Zij sprongen het gat in en vroegen of wij wilden helpen met het tillen en uitkiepen van de manden zand. Normaal gesproken zijn de werkmensen hier doe-het-zelvers en daardoor leek het soms alsof ze onze manier van werken, met een aannemen-doorgeven-systeem, ineffectief vonden. We vonden het daarom erg leuk dat ze onze hulp wilden aannemen en werkten hard met hen mee om hun tempo bij te houden. Valerie merkte op een gegeven moment dat één van de mannen elke keer als hij haar een mand aangaf, iets tegen haar zei. Zij verstond hem echter niet, omdat hij in het Nepalees sprak, en kon er daardoor niet op reageren. Na een stuk of vijf keer verstond ze het opeens wel, omdat hij overschakelde naar gebrekkig Engels. Hij vroeg haar naam. Nadat ze die gezegd had, vroeg hij waar ze vandaan kwam en of ze al getrouwd was. Ze vond het een beetje een gekke vraag, gaf antwoord en sloeg bijna pal achterover van verbazing toen hij hierop zei: “You and me?”. Met in haar achterhoofd de gearrangeerde huwelijken schudde ze heftig ‘nee’. Haar vader, Michele, grapte even later: “Voor drie geiten en vijf kippen zou ik misschien het voorstel in overweging nemen, maar dat moet ik wel eerst met mijn vrouw overleggen!”. Toen het gat eenmaal klaar was, zagen we de man de berg weer opgaan en hebben we hem niet meer gezien. Jullie snappen natuurlijk dat de grapjes niet van de lucht waren, zoals: die arme man zal nu vast ergens in een hoekje zitten te huilen om deze persoonlijke afwijzing. Later werd onze pret verstoord, toen bleek dat de man bovenop de berg het ijzeren vlechtwerk klaar aan het maken was dat voor de fundering gebruikt zal gaan worden.

Een poosje later zagen we in de verte een rijtje mannen in ganzenpas aan komen lopen. Ze gingen boven aan de balustrade staan en bekeken het werk dat wij aan het doen waren. Wij vroegen ons in eerste instantie af wie het waren en wat ze aan het doen waren. Opeens bedachten we dat dit misschien de werkmensen zouden zijn, die Sameer zou laten komen om ons te helpen. Tien minuten later bleek dit inderdaad te kloppen: ze kwamen de berg af, pakten schoppen en begonnen te scheppen. Het bleken harde werkers te zijn, die alleen af en toe stopten om wat te drinken. De bouwplaats leek een stuk voller met al die mankracht, maar omdat de taken goed verdeeld waren, liep niemand elkaar in de weg. We voelden tijdens het werken de hele tijd hun ogen op ons gericht. We merkten dat de werkmannen steeds naar ons keken en vroegen ons af of zij misschien nog nooit buitenlanders gezien hadden. Aangezien zij het Engels nog niet machtig waren, hebben we dit niet kunnen vragen en hebben we vooral teruggelachen en samengewerkt.

We merkten op een gegeven moment op dat de bergen klei steeds hoger werden en het leek ons dan ook efficiënt om ervoor te zorgen dat deze meteen opgeruimd werden. Wanneer de bergen namelijk te hoog worden, lopen we kans dat de klei terug het gat in gaat glijden wanneer het gaat regenen. Aangezien de werkmannen veel sneller groeven dan wij, maakten wij verschillende kleine rijtjes om de klei van de bouwplaats te verwijderen. Het voelde als dweilen met de kraan open, omdat de werkmannen sneller klei groeven dan dat wij het van de bouwplaats af gebracht kregen. Toch hielden we stug vol. Janneke verzamelde alle kleine kinderen die over de bouwplaats verspreid waren en maakte met hen een spelletje ervan. Ze timede het verwijderen van een aantal brokken en probeerde daarna met hen de tijd te verbeteren. Ze hielpen hierdoor extra goed mee en het was erg gezellig.

Opeens zagen we onze trouwe helper Utsap de berg afkomen met cola. Tijdens het harde werken in dit warme klimaat is het krijgen van cola altijd erg verfrissend en we gingen dan ook allemaal langs de kant van de bouwplaats zitten om van deze traktatie te genieten. Terwijl we zo zaten, zagen we dat de anderen allemaal op hun plek bleven staan en daar hun cola dronken. We voelden ons een beetje lui door het nemen van deze pauze, maar we zouden echt niet zonder hebben gekund. Buiten het feit dat wij niet gewend zijn aan deze lichamelijke inspanning, is het klimaat voor ons uitputtend. Kleine pauzes, waarbij wij even kunnen gaan zitten, zijn voor ons dan ook een welkome afwisseling en een moment om op adem te komen.

Na deze kleine pauze, kozen we voor een beetje afwisseling. Het gooien van klei ruilden wij in voor het graven. Aangezien we inmiddels al zeker twee uur bezig waren, begonnen we allemaal erg moe te worden. Het doorzettingsvermogen van de werkmensen werkte echter erg motiverend op ons en we stelden onszelf tot doel om precies tot twaalf uur door te werken. Sameer zou er dan voor zorgen dat we meteen konden lunchen. Zo gezegd, zo gedaan. We stelden één van de Nepalese jongens aan als tijdbewaker en om de zoveel tijd hoorden we iemand over het veld roepen: “Ajay, what time is it…?”. We weten bijna zeker dat de tijd in Nepal langzamer loopt, want het leek maar niet op te schieten. Wat waren we blij toen iemand de verlossende woorden riep: “YES, LUNCHTIME!”. Met onze knorrende magen trokken we naar het schooltje om te genieten van de noodle-soep die Chitra en Santa voor ons gemaakt hadden.

Na de lunch besloten we nog één extra uur door te werken met degenen die dat konden en wilden. We liepen terug naar de bouwplaats en merkten opeens dat we Hugo niet bij ons hadden. We wachtten even, maar besloten op een gegeven moment toch maar door te lopen, ervan uit gaande dat hij op het toilet zou zitten. Bij de bouwplaats aangekomen, zagen we dat de werkmannen doorgewerkt hadden en nog steeds moeiteloos door leken te kunnen gaan. Toen we nog eens trots keken naar het werk dat we al verzet hadden, zagen we opeens wel een hele lange Nepalees staan. Hoe het kon, weten we nog steeds niet, maar het bleek dat we Hugo kwijtgeraakt waren omdat hij vooruit gelopen was en hij dus allang aan het werk was. Snel daalden wij dan ook af naar de bouwplaats en gingen weer aan de slag. We hadden vandaag ontzettend mooi en open weer en konden hierdoor tijdens het werken genieten van de mooie omgeving waarin wij werken. Het gras is hier zeker groener dan aan de overkant van de wereld! Het was hierdoor echter ook erg warm en als een echte moederkloek lette Noëlle erop dat iedereen op tijd even stopte om te drinken. We deden rustig aan en zorgden dat we niet sneller werkten dan ons lichaam toeliet. Dit in combinatie met het frisse briesje dat er stond, maakte dat het uurtje zo voorbij was en we moe, maar voldaan, terug naar het schooltje liepen om naar huis te kunnen gaan.

Op het schooltje waren Shauny en Daniel nog in volle gang met de kinderen. Zij waren het laatste uur hier aan de slag gegaan, zodat ook vandaag herhaald zou worden wat we de afgelopen tijd aan de kinderen geleerd hebben. In het lokaal zagen ze dat de kinderen zelf brokken klei waren gaan zoeken, zodat ze zelf verder konden kleien. Het deed goed om te zien dat ze hier zelf mee verder waren gegaan. Het liedje en het dansje werden geoefend en de kinderen weten inmiddels de tekst helemaal uit hun hoofd. We zien alleen dat ze nog erg verlegen zijn tijdens het zingen en we denken dat dit komt omdat ze hier niet veel mee oefenen. De kleuren en vormen zitten inmiddels ook en daarom kozen Shauny en Daniel ervoor om vandaag af te sluiten met ‘kleurenestafette’. De kinderen hadden direct door hoe dit werkte en waren laaiend enthousiast. Dit merkten we aan het feit dat het meest gebruikte woord tijdens het spel ‘chito’ was, wat ‘snel!’ betekent.

Na dit spelletje was het alweer tijd om naar het guesthouse te vertrekken. We zijn blij met de hulp die we vandaag kregen en trots op het resultaat dat we neer hebben kunnen zetten. We zijn benieuwd hoe ver we morgen zullen komen. De werkmannen zijn verder gegaan met werken toen wij vertrokken. Hopelijk zijn ze nog niet klaar, want we zien natuurlijk erg uit naar nog een dag graven!

Doordat iedereen in de bus in slaap viel, was de terugreis ook erg ‘chito’. Voordat we het wisten, kwamen we aan bij het guesthouse. Voordat we echter naar binnen konden lopen voor een verkwikkende douche, werd iedereen opgetrommeld door Vivian. We gingen met z’n allen eerst in de tuin zitten om de maatregelen te bespreken die we gaan nemen om erger te voorkomen. Natuurlijk gebeurde dat niet voordat iedereen wist hoe het Ineke verging in het ziekenhuis. Iedereen leeft met haar mee en zonder haar voelen we ons niet compleet. Zowel de drie jonge meisjes in Thali, die haar drie jaar geleden in het hart sloten, als de oudere vrouwen komen elke keer aanrennen en vragen hoe het met haar is. De meisjes die in de voorgaande jaren hun handen niet zo graag vuil maakten, helpen nu hard mee en doen zich, tot onze grote verwondering, alle moeite. Normaal draaiden ze om Ineke heen en elk jaar nodigde zij hun uit om de handen uit de mouwen te steken en mee te doen met ons. Dat deden ze dan even, maar al gauw waren ze dan weer verdwenen. Nu bleven ze echter en werkten ze goed mee. Ineke zou trots op hen zijn!

We troffen de volgende maatregelen: allereerst werken we nog maar tot aan de lunch in Thali, waarna we stoppen met de knokenarbeid. Ten tweede gebruiken we de flessen water één dag en daarna niet meer. Ten derde gaan we op een andere manier om met de wc-papiertjes. De papiertjes waarmee we afvegen en die na de eerste velletjes niet in de wc mogen worden gegooid, rollen we vanaf nu op in een schoon papiertje en dan pas de prullenbak in om de hygiëne te bevorderen. De prullenbak is een emmer zonder deksel en daar wordt ‘alles’ zo in gegooid. Tel acht man per kamer en twee prullenbakjes, die wel elke morgen geleegd worden, maar dan toch kun je je voorstellen hoe dat eruit ziet. Het is een voedingsbodem voor van alles wat zichtbaar en onzichtbaar is! Uiteindelijk hebben we nog een beleid afgesproken over hoe om te gaan met maag- en darmklachten. Fleur heeft een lijstje gemaakt waarop iedereen die last heeft, kan noteren wat, hoe vaak, hoeveel, hoe ziet het eruit, wat voor eten gaat erin en wat komt eruit, om zo adequaat in te kunnen spelen op de klachten. Op deze wijze hebben we gekeken wat in onze macht lag om te voorkomen dat we ziek worden en voor de rest ligt het niet in onze handen. Als iemand zich misschien zou afvragen: wat haal je je allemaal op de hals, kunnen we eenvoudig zijn met ons antwoord en stemmen we in met het antwoord dat Mattie gaf: “We voelen ons innerlijk (op)geroepen om dit te doen en daarom nemen we het lichamelijke ongemak op de koop toe!” Ineke is natuurlijk een ander verhaal.

Na dit gesprek waaierde iedereen uit. De één om de blog te maken, de ander om de kamer op te ruimen of een dutje te doen. Valerie zat rustig in de lobby, toen opeens de jongeren van de internationale groep opstonden, een liedje begonnen te zingen over ‘tanden poetsen’ en een dansje oefenden. Gisteren vertelden de jongeren aan ons dat zij een les moesten gaan geven over hygiëne en dan met name over tanden poetsen. We reageerden hierop spontaan dat de kinderen het heel leuk vonden als we middels een liedje en een dansje dingen aan hun leerden. Het was erg leuk om te zien dat de jongeren deze raad ten harte hebben genomen en hier net zo enthousiast als wij mee aan de slag gaan. We hopen dat de kinderen, aan wie ze dit gaan leren, dit net zo leuk vinden als de kinderen in Thali.

We hopen ook dat we vanaf morgen het busje weer langzaam aan kunnen gaan vullen. Nu lijkt het net het liedje van de ‘tien kleine negertjes’ te zijn…., maar we zullen doorgaan en ons niet laten kisten!

Tekst en foto’s 30 handen helpen Nepal

Geef een reactie