Nepalreis 2018 – Dag 15

 

 

We werden wakker door duiven die koerden, kraaien die kraaiden, auto’s die toeterden en in de verte hoorden we, net als in het ziekenhuis de dag van tevoren, een haan kraaien. We kunnen het met recht een ware mengelmoes aan geluiden noemen. Je hoort ook het vegen. Iedereen in Nepal lijkt te vegen. Zelfs onze eigen dirigente Marieke veegt niet zoveel als de mensen hier. Al drie jaar lang zeggen we tegen elkaar dat we haar als cadeautje een Nepalese bezem zouden willen meenemen, maar elke keer doen we het toch maar niet, omdat het teveel plaats inneemt in de koffer. Wij kunnen echt zeggen, hoe stoffig dit land ook is: dat ligt beslist niet aan het stoffen of het vegen van de inwoners. Ze stoffen zelfs met een hand-plumeautje een auto af en dat is voor ons soms wat lachwekkend, omdat ze dat ook gewoon langs de kant van de weg doen. Soms zelfs in de meest drukke straten van Kathmandu. Als de poetscolonne onze kamers in gaat, zien we dezelfde bezem. Nooit gebruiken zij een stofzuiger en we staan elke dag opnieuw versteld over het feit dat zij zelfs met die bezem de vloerbedekking schoonmaken en nog schoon krijgen ook.

Wat leuk is, is dat het grootste gedeelte van ons gewend lijkt te zijn aan de nachtelijke geluiden. Daniël benoemde echter hetzelfde wat alle voorgaande nieuwelingen, die hier voor het eerst kwamen, benoemden. Hij beschreef tot in de puntjes het nachtelijke leven en de daarbij behorende geluiden die hem uit de slaap hielden.  Eerst hoor je tot laat de werkende mensen en dan van het ene op het andere moment gaan de honden los. Zij maken bijna de hele nacht een geluid dat door merg en been gaat. Het kan ook bijna niet anders dan dat zij
‘s nachts actief zijn, want overdag zie we de honden alleen maar liggen.

Vandaag verzamelden we ons bij het ontbijt en opnieuw was er een ontbrekende plek. Dit keer was Michele uitgevallen. Hij voelde zich te beroerd om mee naar de kerk te gaan en probeerde van onder de dekens uit nog te grappen dat hij de vorige keer toch al voor de hele maand collectegeld had gegeven. Ook Danaé besloot na het ontbijt terug het bed in te kruipen om eens goed bij te slapen. We lazen nog snel met z’n allen de voetjes en daarna stapten we met de rest de bus in richting de kerk.

In de bus gaf Ineke de eerste aanzet tot het zingen van haar lijflied en wij zetten allemaal meteen mee in. Toen we het laatste stukje naar de kerk liepen, zagen we een man in de bomen zitten, terwijl hij een hele grote tros bananen vast hield en deze samen met een ander probeerde door te zagen. Aan de overkant van het straatje stond een vrouw te kijken. Zij maakte apengeluiden en terwijl wij haar vragend aankeken, wees zij richting de boom waar de man ook in zat. Na goed te hebben gekeken, zagen we tussen de struiken door een aap zitten. Omdat de aap een bedreiging vormde voor de bananen haalden ze de bananen met veel geweld uit de boom.

Hierna haasten we ons naar de mis, want we waren een beetje laat door de ‘morning traffic’. Tijdens de mis vertelde de pastoor over het thema “sheperd”. Hij begon met een grapje waarin hij vertelde dat hij dit vroeger, toen hij nog geen pastoor was, een mooie taak vond voor de priesters. Nu hij zelf op die plek stond, besefte hij dat dit niet klopte: iedereen van ons is opgeroepen om als een herder gewoon aanwezig te zijn bij de mensen die ons nodig hebben. Niet alleen omdat de priesters zelf niet de tijd hebben om voor iedereen te zorgen, maar gewoon omdat ieder van ons als het ware schaapjes onder onze hoede heeft waarvoor wij kunnen zorgen. Hij verwees bijvoorbeeld naar ouders. Hij was eens bij een cursus waarin aan ouders gevraagd werd hoeveel tijd zij voor hun kinderen hadden. De tijd verschilde uiteindelijk van helemaal geen tijd tot vier uur. Alle kinderen die er zijn, hebben ons nodig, maar durven wij ons ook aan hen te schenken door er gewoon te zijn? Daarnaast vertelde hij een verhaal over moeder Theresa. Zij was een keer in Europa in een bejaardentehuis. Toen zij binnen was, merkte zij op dat de ouderen allemaal naar de openingspoort staarden en bleven staren. De verpleegkundige legde haar uit dat al deze mensen dag in, dag uit, wachtten op bezoek. Op hun zonen en dochters. In beide gevallen is het zo dat de andere mensen onze aanwezigheid op prijs stellen. Echter, het kan ook zo zijn dat we niet gewenst worden. Daarbij vertelde hij een, zelf meegemaakt, verhaal van een herder. In de nacht telde de herder zijn koeien en kwam hij erachter dat hij er één miste. Hij ging op pad en vond zijn koe, maar niet in zijn eentje: de koe had een kalfje gekregen. De herder snapte dat hij de koe niet mee zou krijgen tenzij hij het kalfje ook meenam. Hij nam het kalfje dus op zijn schouders en de koe volgde hem hierdoor. Ondanks het tegenstribbelen van het kalfje en ondanks het feit dat het kalfje over hem heen plaste, liep de herder rustig door. De pastoor vond dit het voorbeeld van hoe God voor ons wil zijn: een betrouwbaar persoon die ten alle tijden voor ons aanwezig is. We hopen dat ook wij zo onvoorwaardelijk aanwezig kunnen zijn voor iedereen die ons nodig heeft. Het woord dat door zijn hele preek centraal stond, was ‘presence’ en dat deed ons denken aan de presentietheorie van Andries Baart. Deze theorie sloot prachtig aan bij deze preek. Tijdens zijn preek, sprak hij opeens lachend een moeder aan die vooraan in de kerk haar kind in bedwang probeerde te houden. Hij zei: “Let her free!”. De moeder deed dit voor een korte tijd, maar al snel pakte zij het kindje op om achterin de kerk te gaan zitten. Aan het einde van de viering vroeg hij: “Where is the little princess?”.

Na de mis sprak een vrouw van het Nederlandse consulaat ons aan. Vorige week zondag had Mattie al met iemand van de Belgische ambassade gesproken en zij had toen tegen hem gezegd dat het misschien handig was om ons te melden bij het Nederlandse consulaat de volgende keer dat we een bezoek aan Nepal brachten. Nu kwam Patricia, de vrouw van het Nederlandse consulaat, zelf naar ons toe en vertelde dat het toch belangrijk was om ons aan te melden en onze gegevens door te geven. Samen legden zij uit dat zij er zijn om de mensen uit het buitenland bij te staan op het moment dat zij op een of andere manier in nood zijn gekomen. Zij kunnen ons bij alles helpen, behalve bij bankzaken. We knoopten deze wijze raad dus ook goed in onze oren en hebben ons, tijdens de lunch, alsnog aangemeld bij het consulaat.

Na de lunch zijn we met een groep van tien man naar de ‘Kevin Rohan Memorial Eco-Foundation’ gegaan, de organisatie waar we van hoorden toen Hilde haar enkel had verzwikt. Maarten ging op pad om een fitness-school te zoeken en Valerie, Danaé, Shauny, Michele en Ineke bleven in het guesthouse en deden lekker rustig aan. De foundation is een stichting die vanuit de Rudolf Steiner gedachte werkt. Aangekomen in het dorpje werden we welkom geheten in het huis van Krishna, de oprichter van de Foundation. Hij vertelde dat hij van huis uit fysiotherapeut was. Na zijn opleiding werkte hij veel met leprapatiënten. Hij merkte dat de patiënten na behandeling niet goed terug integreerden in de samenleving en vaak terecht kwamen op de plek waar zij vandaan gekomen waren: de bedelplekken bij de tempels. Hij vond dat schrijnend en besloot zich, samen met zijn vrouw, in te willen zetten voor deze patiënten. Toen zijn zoon overleed is het idee ontstaan om de huidige foundation op te starten. Dit leidde ertoe dat hij in 2010 startte met de huidige Foundation. Inmiddels is deze uitgegroeid tot een kleine gemeenschap met een kliniek, een café, een basisschool voor leerlingen tot en met groep 6, een openbare bibliotheek en verschillende biodynamische activiteiten. Daarnaast heeft hij, sinds de aardbeving, een sociaal project opgestart waarbij hij, voor de meest arme mensen in de omgeving, huizen bouwt voor single moeders met hun kinderen, die hun huis kwijtgeraakt zijn.

Wat binnen de stichting als belangrijk gezien wordt, is het feit dat de hele gemeenschap meewerkt. Er zijn ongeveer 60 mensen vanuit het dorp aan wie zij werk verschaffen. Ze proberen zo veel mogelijk op maat naar de persoon te kijken, bijvoorbeeld op basis van de financiële situatie. Zo hoeven mensen, die het thuis niet breed hebben, geen schoolgeld te betalen. Wel vragen ze deze mensen om een aantal dagen in de maand te kunnen werken om op deze wijze op een andere manier te betalen. Zij hebben hiervoor gekozen om op deze wijze de ‘ownership’ van de mensen te blijven benadrukken. Als alles gratis aangeboden wordt, kan het namelijk zijn dat mensen dit voor lief nemen en dat willen ze voorkomen.

Een belangrijke pijler van de antroposofie, de basis van het Rudolf Steiner-onderwijs, is het onderwijs. De foundation heeft dan ook een school opgestart. Ze zijn ooit met zeven kleuters vanuit de woning van Santon en zijn vrouw, twee leerkrachten, begonnen. Inmiddels bieden zij onderwijs aan ongeveer honderdtien leerlingen. Santos leidde ons verder rond en vertelde dat zij niet de enige school in de omgeving zijn en dat ouders in principe dan ook bewust voor deze vernieuwende vorm van onderwijs kiezen. Ouders lopen niet altijd direct warm voor deze vorm van educatie, omdat Nepalese ouders graag zo snel mogelijk aantoonbare cognitieve resultaten willen zien, terwijl de resultaten van deze opleiding pas zichtbaar worden op de langere termijn. Hen overtuigen is soms moeilijk, maar Santos houdt vast aan het idee dat deze nieuwe manier van lesgeven grote voordelen heeft. De school focust namelijk op het ontdekken van de talenten van het kind en op het ontwikkelen van vaardigheden. Één juffrouw van de school kwam bij ons en vertelde, samen met haar echtgenoot Santos, begeesterd over de wijze waarop zij lesgaven. Het was een genot om te zien hoe enthousiast en blij deze mensen zijn met een leven waarin zij voor hun idealen kunnen gaan. Beiden geloven erin dat dit de beste wijze is waarop kinderen klaargestoomd kunnen worden voor het echte leven en waarop zij begrip leren hebben voor de natuur en de mensen om hen heen. Dit is in Nepal, waar de mensen met de dag moeten improviseren, belangrijk omdat zij hierdoor op een creatieve en praktische wijze kunnen omgaan met de veranderende omstandigheden van elke dag.

Toen wij een klas bezochten, viel ons op dat het hier erg rustig was. De kinderen leken heel erg op hun gemak te zijn en ondanks hun jonge leeftijd, deden ze goed mee en ging het er heel geordend aan toe. Op een gegeven moment hoorden wij wel een heel bekend melodietje. Daar waar wij ‘Smakelijk eten, smakelijk drinken, hap, hap, hap, slok, slok, slok’  zingen, zongen de kinderen nu op ditzelfde melodietje een liedje waarin vaker het woord ‘pani’ viel. Wij wisten dat dit woord ‘water’ betekent en gingen er dan ook vanuit dat dit liedje ook over het eten en drinken ging. Toen we dit navroegen, bleek dit niet zo te zijn en dat het liedje over het regenseizoen ging. Wij lieten dan ook ons liedje eens horen en de kinderen keken ons daarbij met grote ogen aan. Daarnaast viel ons op dat de klaslokalen heel anders ingericht zijn dan op reguliere scholen. Zo maken zij veel gebruik van krijtbord-tekeningen en themahoeken. De lokalen zijn zo ingericht dat de leerlingen veel ruimte hebben en werden netjes opgeruimd. Daarnaast konden de kinderen buiten spelen in een speelplein, volledig ingericht met natuurlijk of gerecycled materiaal.

Mattie liep op het terrein rond alsof het een speeltuin was en hem spraken vooral de ecologische elementen van de gemeenschap erg aan. Zo wordt er, door de foundation, gebouwd met verschillende milieuvriendelijke materialen. In Nepal wordt er veel wijn geïmporteerd vanuit bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Zodra deze flessen leeg zijn, worden ze vaak in de rivier gegooid waardoor de oevers van de rivieren steeds verder dichtslibben met afval. De foundation vond dit een gruwel en om dit tegen te gaan, besloten ze de flessen te gaan gebruiken als bouwmateriaal en hiermee werd het eerste ‘flessengebouw’ op de wereld een feit. Ze bouwden op deze manier een huis met klei en zand en daartussen werden flessen bevestigd. Tijdens de aardbeving van 2015, bleek dit gebouw aardbeving bestendig te zijn en de foundation is vanaf toen, als kenmerkend element van hun foundation, dit flessendesign in elk gebouw gaan gebruiken dat zij maakten. Op deze manier proberen ze met meerdere natuurlijke materialen te experimenteren om aardbeving bestendige huizen te bouwen. Zo gebruiken ze leem, wat in de bouw steeds minder gebruikt wordt, bamboestokken, zand, stro en klei. Ook hebben ze geëxperimenteerd met autobanden als fundering. Deze vulden ze met zand en hiermee dienen de autobanden als fundering die een aardbeving 3 punten minder hard maken op de schaal van Richter. Een aardbeving van 8 op de schaal van Richter zou hierdoor aanvoelen als een aardbeving van 5 op de schaal van Richter.

Daarnaast deed Mattie inspiratie op voor een nog uitgebreidere afvalscheiding. De foundation is actief bezig met het scheiden van afval. Overal zagen we houten planken met verschillende emmers erin: voor plastic, papier, restafval en biologisch afval. Ze riepen daarnaast de mensen uit de gemeenschap op om hun afval bij hen te komen brengen. Op deze manier konden ze uitzoeken wat zij nog zouden kunnen hergebruiken en werd de rest van het afval op natuurvriendelijke wijze vernietigd. Vivian vindt het niet goed dat Mattie zijn huis openstelt voor ieders afval, maar zal de rest van Mattie’s opgedane ideeën natuurlijk van harte ondersteunen. Daarnaast houdt de foundation koeien en door de gassen uit de koeienpoep op te vangen, beschikt de foundation over milieuvriendelijk gas om, bijvoorbeeld, opte koken.

Deze organisatie is voor een groot deel zelfvoorzienend en elke roepie die zij verdienen binnen hun foundation, wordt er ook terug in gestopt. Zo krijgen zij geld binnen vanuit het café, waar zij alleen producten aanbieden vanuit hun eigen moestuin. Sinds de aardbeving werd deze plek bijna niet meer bezocht, doordat de wegen erg slecht waren en de mensen bang waren voor een volgende aardbeving. Tegenwoordig beginnen de bezoekersaantallen steeds meer toe te nemen door de verschillende toeristen-trekpleisters in de buurt: het enige natuurlijke meer van Kathmandu-vallei, een belangrijke hindoeïstische tempel en een hoge heuvel. Het restaurant beschikte daarnaast over een ‘sun-cooker’. Dit is een grote ijzeren kom die buiten staat. In het midden van de kom staat een pan en zodra de zon in deze kom valt, wordt het eten vanzelf gekookt. Wij nuttigden natuurlijk ook een lekker drankje in het restaurant en aten… een chocolade momo! De dochter van Santos had ooit het idee gehad om dit eens te proberen en sindsdien slaat deze lekkernij in als een bom.

 

Al met al hebben we dus een leuke dag gehad bij de foundation en moe, maar voldaan, stapten we de bus weer in. Op de heenweg hadden we ons al kunnen vergapen aan het prachtige uitzicht. Chitra had beloofd om op de terugweg even te stoppen. Hij was zijn belofte niet vergeten en al snel stopte hij bij een smal steegje tussen een aantal winkeltjes in. Hier liepen wij tussendoor en toen keken we van een grote hoogte op Kathmandu uit. We genoten even van dit uitzicht, maakten de nodige foto’s en al snel beseften we dat het al vrij laat begon te worden. We stapten dus snel weer in en reden terug naar het guesthouse om vanuit daar weer te gaan eten.

Aan tafel spraken we met Maarten die het op eigen houtje gelukt was om de sportschool te vinden. Hij huurde een taxi en vertelde dat deze zo oud was, dat de taxichauffeur de auto niet aan de praat gehouden kreeg: elke keer opnieuw viel de auto weer uit. Via Google Maps had Maarten het adres uitgezocht, maar eenmaal daar gekomen, bleek er geen fitness te zijn. De taxichauffeur gaf niet op en is met Maarten op zoek gegaan. De fitness bleek uiteindelijk in de buurt te liggen, maar het adres van Google Maps moet nodig eens bijgewerkt worden! De fitness leek erg op een Nederlandse fitness: de apparaten waren hetzelfde en Maarten kon hier dezelfde training doen die hij thuis ook altijd doet. Er was echter één verschil: er moest extra voor de cardio-apparaten betaald worden, omdat deze stroom gebruiken. Maarten deed dit natuurlijk graag en genoot van zijn eerste ‘echte’ training in twee weken. Stiekem zijn wij natuurlijk een beetje beledigd, want onze trainingen zijn net zo goed. We snappen aan de andere kant wel dat we onze fitnesstrainer misschien een beetje verwaarloosd hebben en gaan in ieder geval proberen om het sporten deze laatste paar dagen weer op te pakken.

Morgen hebben we een speciale dag met twee extra paar handen die met ons mee naar het guesthouse komen. Voor nu laten we jullie nog even in spanning, maar wij hebben er in ieder geval veel zin in!

Tekst en foto’s 30 handen helpen Nepal

Geef een reactie