Kaartverkoop Zomeropera Alden Biessen van start

 

24/05/2019 – 22/06/2019

L’Italiana in Algeri
Giacchino Rossini
Dramma giocoso in due atti (komische opera)

Libretto van Angelo Anelli

Plaats en tijd. Algerije,eind 17e begin 18e eeuw.

Wereldpremière 22 mei 1813, Teatro San Benedetto, Venetië  

Dirigent : Cameron Burns
Regie: Bruno Van Heystraeten

 

De zomeropera Alden Biessen pakt bij haar 22ste editie uit met L’ITALIANA IN ALGERI, een Opera Buffa met ouverture in twee aktes, en onbetwist een van de beroemdste opera’s die Rossini geschreven heeft.  L’ITALIANA IN ALGERI  roept het gevoel op van een sluimerend drama dat snel overgaat in een verrukkelijk allegro. Vooral de blazers partijen klinken uiterst verleidelijk.

Een van de hoofdrollen wordt vervuld door mezzosopraan Nuška Drašček Rojko. De charismatische Sloveense gaf tijdens het slotconcert van Zomeropera in 2018 al een imponerend voorproefje van haar grote muzikale kunnen. Rojko rondde een postdoctorale studie aan het ministerie van Singing in Slovenie af en mag zich officieel mezzosopranistka noemen. Na Popevka chansons, Sloveense volksliederen jazz, blues en musicals ging Rojko pas in 2012 serieus werken maken van operaoptredens. In november 2012 deelde het muzikale multi-talent al het podium met de Slovenian Philharmonic, het Slovenië kamerkoor en sopraan Anna Netrebko. 

HET VERHAAL

Mustafá de Bei van Algiers, is een beetje uitgekeken op Elvira, de favoriete vrouw uit zijn harem. Hij heeft genoeg van haar klagen en verwijten. Hij Alleen moet hij nog verzinnen hoe hij zich op een beschaafde manier van haar kan ontdoen; haar zo maar zou wegsturen zou gezichtsverlies betekenen. Hij laat daarom Lindoro ontbieden, een jonge Italiaanse slaaf, die bij hem in dienst is. Lindoro treurt over de afwezigheid van zijn dierbare geliefde Isabella. Mustafá belooft hem dat hij in vrijheid naar Italië mag terugkeren, op voorwaarde dat hij een van de beeldschone vrouwen van daar meeneemt. duet. Lindoro gaat daarmee akkoord. Mustafá heeft veel over de schoonheid van de Italiaanse vrouwen gehoord, en geeft kapitein van de wacht Haly opdracht om binnen zes dagen een van hen buit te maken.

Dat lukt wonderwel. Er is een groot passagiersschip gestrand, de ‘Isabella’,  genoemd naar de eigenares. Ze is de geliefde van Lindoro en wilde hem uit zijn Algerijnse gevangenschap verlossen. Nu zit zij zelf in de val en Haly heeft geen hand hoeven uit te steken om deze vrouw voor Mustafá buit te maken. Isabella heeft een officiële aanbidder, in Italië destijds een ‘cicisbeo’ genoemd.  Deze oudere heer heet Taddeo. Als Isabella zegt dat hij haar oom is, wordt Taddeo boos en krijgen de twee hooglopende ruzie. 

Haly komt vertellen dat Isabella gevangen genomen is. De Bei uit zijn vreugde hierover in een aria.  Na zijn vertrek bekent Elvira nog altijd veel te houden van haar wispelturige echtgenoot. Maar Lindoro troost haar. Als zij met hem mee gaat naar Italië zal zij zoveel minnaars en echtgenoten vinden als ze wil.

Bei Mustafá komt de buitgemaakte gevangene inspecteren. Isabella wordt aan hem voorgesteld maar is allerminst onder de indruk van deze bullebak. Ze maakt onvriendelijke opmerkingen over hem.  Taddeo komt opgewonden binnenstuiven om zijn ‘nicht’ te beschermen. Op dit kritieke moment komt Lindoro met de zwaar gesluierde Elvira binnen om afscheid van de Bei te nemen. Tot zijn ontzetting ontmoet hij Isabella en die is niet blij met de gesluierde dame die hij aan de hand voert. Als de bei vraagt wie dat schepsel is, krijgt te horen dat dit zijn vorige vrouw was die hij voor haar verstoten heeft en die hij nu met een slaaf naar Italië stuurt. 

Een van de grote Rossini- finales en misschien wel de geestigste  

Isabella zegt nooit met een man te willen trouwen die zijn vrouw zo behandelt, en zij leest de Bei ongezouten de les. Deze kruipt in zijn schulp en de akte eindigt met de eerste van de grote Rossini-finales en misschien wel zijn geestigste: Nella testa hou un campanello.  

Isabella en Lindoro maken plannen om te ontsnappen, en vragen Taddeo om hulp. Tijdens een ceremonie verleent Isabella een onderscheiding aan Mustafá en vraagt Taddeo, die tot Kaimakan bevorderd is, om haar te helpen. Taddeo weet niet wat voor een onderscheiding het is maar laat zich gedwee op zijn Algerijns uitdossen en wordt door het volk bejubeld als ‘Beschermer der Muzelmannen’. Taddeo is niet blij omdat de tulband enorm zwaar is. en hij zingt een zeer amusante aria: Ho un gran peso sulla testa.

Isabella wordt uitgenodigd koffie bij de bei te komen drinken maar zij vraagt of hij bij haar te gast wil zijn. Zijn komst afwachtend begint zij haar toilet te maken. Zij zingt daarbij over de man die zij lief heeft. Lindoro en Taddeo bespreken hun ontsnappingskansen. Lindoro vertelt Mustafá dat hij het heel anders met Isabella moet aanleggen. In Italië moet men om een dame te behagen een ‘Pappataci’ zijn. Dat behelst zo ongeveer dat men veel en lekker eet, goed en lang slaapt en zich niets aantrekt van wat vrouwen zeggen en doen.  Mustafá rust aansluitend niet tot hij in deze orde wordt opgenomen. Isabella en Lindoro laten de Italiaanse matrozen zich uitdossen in fantastische ‘Pappataci’ – kostuums. Isabella doet een beroep op hun vaderlandsliefde. Mustafá komt binnen in Groot Pappataci-tenu. Taddeo leest hem de regels van de orde voor. Intussen heeft een schip  aangelegd, waarop Isabella en Lindoro zich met de overige Pappataci stiekem inschepen.

Langzaam begint het tot de Bei door te dringen dat er iets niet in de haak is. Hij schreeuwt om zijn lijfwacht, maar die is dronken gevoerd. Hij realiseert zich langzaam wat er is gebeurd. Even is hij kwaad, maar dan vraagt hij Elvira om vergiffenis voor zijn dwalingen en probeert om tot een verzoening te komen.

Voor meer info en tickets: www.zomeropera.be of tel: 0032-477 675 592.

Foto’s geleverd door Torena Publiciteit

Geef een reactie