Indië-herdenking Heerlen donderdag 15 augustus in de Tuin van Dinger

 

 

De Tuin van Dinger op het terrein van APG biedt op 15 augustus van 14.00 tot 16.00 plaats aan een brede Indië-herdenking. Daarbij wordt ook een Indisch monument geplaatst. 15 augustus markeert voor vele Indisch mensen in Nederland het officiële einde van de Tweede Wereldoorlog en het Koninkrijk der Nederlanden. Decennia hebben ze zich ingezet om de slachtoffers van de tweede wereldoorlog in het voormalig Nederlands-Indië daarom op 15 augustus te herdenken.

Tot dusver herdenkt de Tweede Kamer op 14 januari de Japanse capitulatie. Op 15 augustus volgt dan de openbare herdenking in Den Haag en op 1 september de jaarlijkse herdenkingsbijeenkomst bij het Nationaal Indië-monument 1945-1962 in Roermond, waar Nederlandse militairen herdacht worden die vielen tijdens de strijd in voormalig Nederlands-Indië. Deze laatste herdenking is al jaren zeer omstreden. Illustratief is dat wat Maurits C. Baal overkwam. De in 1923 geboren Indischman was dienstplichtig soldaat bij het KNIL tijdens de Japanse inval in Bandung. Na de capitulatie van Japan volgde zijn internering. Eerst in Tjimahi, later werd hij via Surabaya naar Flores getransporteerd. Na een jaar werd hij met een van de Hell Ships naar toenmalig Frans Indochina vervoerd om dwangarbeid te verrichten. Daar maakte hij uiteindelijk de bevrijding mee.

Veel Indischmannen die voor Nederland vochten tijdens Wo II raakten tijdens de onafhankelijkheidsoorlog in Indonesië tussen wal een schip. In eigen land waren ze ongewenst in Nederland niet echt welkom. Nog altijd leven veel Indisch mensen die wel bleven in pure armoede in eigen land. Drie organisaties waaronder de Stichting Comité Nederlandse Ereschulden maar ook publicisten en wetenschappers hebben Kamervoorzitter Arib per brief verzocht om afstand te nemen van het koloniale verleden in Indië/Indonesië en het Nederlands militair optreden van 1945 tot 1950 niet te eren. En ook om afstand te nemen van het kolonialisme dat Nederland in Azië zo’n vijf eeuwen lang bedreef. Tot de medeondertekenaars behoren o.a. professor Abram de Swaan en voorvechter van mensenrechten Jeffry Pondaag.

Dankzij uitmuntende wetenschappelijke studies zoals die van Rémy Limpach uit 2016 en een verhelderend en onthullend boek van journalist Piet Hagen, getiteld Koloniale oorlogen in Indonesië – 1024 pagina’s documentatie van vijfhonderd militaire acties in vijfhonderd jaar Nederlands-Indisch kolonialisme ontstaat een helder beeld van systematisch verhulde oorlogsmisdaden. De beruchte, moorddadige kapitein Westerling, de brandende kampongs veroorzaakt door opperbevelhebber Spoor en diens medewerkers, maar ook aanklager Felderhof, de gouverneur van Mook, en uiteraard de regeringen, krijgen een optelsom gepresenteerd van brandstichtingen, roof, verkrachtingen, martelingen en executies. Veelal bedreven door onervaren jongens van nog geen negentien jaar, zo uit de dorpen achter Amersfoort, Vught of Westerbork geplukt. Onervaren, maar ook dan blijf je verantwoordelijk als je iemand berooft, martelt of executeert – en natuurlijk blijft de bevelhebber dat ook, en ook de minister. De regering heeft echter die wandaden nooit willen erkennen, laat staan betreuren.

Nederlands-Indië was echter óók dood en verderf. De voorganger van Kamervoorzitter Arib, Anouchka van Miltenburg, maakte in 2015 openlijk haar excuses in een soortgelijk geval. De Antifascistische Oud-Verzetsstrijders Nederland/Bond van Antifascisten (AFVN/BvA) had bij haar geklaagd omdat zij de Nederlandse militairen in Indië/Indonesië in haar speech op 14 augustus had verheerlijkt. Zij stelde hen op één lijn met de verzetsmensen uit de Tweede Wereldoorlog. Onbegrijpelijk en verwerpelijk. Vorig jaar bezochten Kamervoorzitter Arib en toenmalig staatssecretaris van Volksgezondheid Martin van Rijn de zogenaamde ‘Nationale Indië Herdenking’ van de Indische veteranen in Roermond, bij het standbeeld van Spoor. Daar staan ook gedenktekens voor de 6.000 omgekomen Nederlandse militairen in Indië/Indonesië.

Daar komen hun oude maten op 1 september aanstaande opnieuw bijeen om de geschiedvervalsing te bestendigen, en de ware slachtoffers, de vrouwen, kinderen en bejaarden uit dorpen als Rawagede, nog een keer te miskennen, en hun weer excuses en troost te onthouden. Maar ook om daar de omerta van de daders te bekrachtigen.

Onacceptabel

Alles bij elkaar opgeteld is begrip of eer voor de Indië-veteranen en de bijeenkomst in Roermond onacceptabel voor alle mensen ‘van goeden wille’ en de slachtoffers van het kolonialisme. En van hen leven er nog vele duizenden in Indië, maar ook in Nederland. Voor hen wordt in Roermond niet de bevrijding maar de laatste officiële staatsuiting van onderdrukking, racisme en discriminatie herdacht. Verhuld wordt dat Nederland zich toen aan de verkeerde kant van de geschiedenis bevond.

Vandaar dat een groep Indische Zuid-Limburgers zich onder aanvoering van André Simon en Peter Heuperman in 2017 verenigden in de stichting Waringin om een herdenking in Zuid-Limburg op te zetten. In Zuid-Limburg wonen dan ook 80.00 mensen die de Japanse bezetting van Nederlands-Indië nog hebben meegemaakt. Na de Tweede Wereldoorlog en de direct daaropvolgende Indonesische onafhankelijkheidsstrijd kwamen 300.000 Indische Nederlanders terug naar Nederland.

Peter Heuperman zegt dat “het bewerkstelligen van een breed bewustzijn aangaande de geschiedenis van Nederlands-Indië, Indische Nederlanders en allen die daar banden mee hebben. Denk ook aan de emancipatie en bewustwording van de Indische gemeenschap zelf”, een hoofddoelstelling is.

“Zuid-Limburg heeft ook een bijzondere band met het voormalige Nederlands-Indië”, vult Peter Heuperman aan. “De kennis voor de mijnindustrie in deze streek werd grotendeels gehaald uit het overzeese gebiedsdeel, waar al sinds 1854 aan mijnbouw werd gedaan. En de Ingenieur Dingertuin is een park op het terrein van pensioenfonds ABP. Dit pensioenfonds verzorgt sinds de oorlog uitkeringen aan Indische Nederlanders. Mijningenieur Dinger kwam uit Batavia (nu Jakarta) en legde het op Indië gebaseerde park aan. Dinger was een Indischman, net als ingenieur Henri Sarolea”, duidt André Simons. De Dinger Tuin is dan ook een plek waar wij zeer aan hechten, omdat hij is verbonden met het Indische verleden.”

Foto®Parkstad Actueel/Lucho Carreno

 

Geef een reactie