Mozarts ‘Requiem’ is onaf, maar vol overtuigingskracht

Donderdag 5 december pakt de philharmonie-zuidnederland tijdens haar derde Meisterkonzert in Eurogress Aachen uit met het Requiem van Mozart, een van de meest populaire en indrukwekkende werken in de muziekgeschiedenis. Het is van nobele, klassieke schoonheid. Geluiden van pijn en angst voor het Laatste Oordeel zijn er te vinden, evenals troost en vertrouwen in redding. Aanvang 20.00.
In de nacht van zondag 4 op maandag 5 december 1791 stierf in zijn eigen bed in de Weense Rauhensteingasse Wolfgang Amadeus Mozart, goed vijfendertig jaar oud. Zijn huisarts Closset was ’s avonds nog uit de schouwburg gehaald en had vanwege koorts en hoofdpijn koude kompressen voorgeschreven maar de zieke, tot dusver helder van geest, verloor het bewustzijn en stierf kort voor één uur. Zijn huisarts was al eerder overtuigd van de fatale afloop.
Mozart had een productief jaar achter de rug, met het klarinetconcert, het laatste pianoconcert en de Toverfluit als toppunten. Hij had een kleine cantate voor de inwijding van de nieuwe vrijmetselaarsloge gemaakt en die op 18 november zelf voor zijn logebroeders gedirigeerd. In oktober was hij moe, sliep en at slecht, maar de door de huisarts voorgeschreven rust had hem goed gedaan. Ook zijn maatschappelijke vooruitzichten, naar opdrachten en aanstellingen, leken beter.
Na die laatste uitvoering op 18 november werd hij opnieuw ziek, met zwelling van armen en benen, waardoor hij zich nauwelijks kon keren of wenden. Hoofdpijn, braken en slapeloosheid traden op en hij kreeg koorts met een huiduitslag, ‘Ein hitziges Frieselfieber’ volgens de overlijdensverklaring.
Toen Mozart in 1791 stierf, was zijn Requiem onaf. De druk waaronder het genie aan de compositie werkte, droeg mogelijk bij aan zijn vroege vreemde dood. Hoe dan ook alleen het Introïtus was bij Mozarts overlijden klaar. Van enkele delen stond de basis al op papier, maar de laatste delen ontbraken. Zijn leerlingen, eerst Eybler, later Süssmayr, maakten het werk snel af, zodat Mozarts weduwe Constanze het honorarium toch kon innen.
Dat alles draagt bij tot de mythologisering van Mozart en het geldt leven, werk en dood. In dat laatste is hij een slachtoffer van zichzelf, de opgebrande kaars van het genie of de revolutionair, ten dode toe uitgebuit door het ancien régime. Zijn vroege, vreemde dood is voor anderen het grillig eind van een onvoorspelbaar talent.
Zijn werk is bij zijn vereerders het verloren paradijs, een tweede bloei van de oudheid en zijn opera’s de herauten van democratie en humanisme. Sir Georg Solti meent zelfs dat Mozart je in God doet geloven. Hij mocht dan ook op Mozarts sterfdag zijn Requiem dirigeren in de Stephansdom.
Mozart is dood, al weten we niet waaraan en zijn muziek leeft, al weten we zelfs niet precies waarom. Het lijkt, bij wijze van requiem, maar het beste dat dokters berusten in de onbekende ziekten en dood van een bekend man en hem de eeuwige rust gunnen
Mozarts ‘Requiem’ een heus meesterwerk maar vol overtuigingskracht. Mede dankzij een Nederlandse musicoloog. Vanaf het Sanctus, op ongeveer tweederde, wordt het Requiem van Mozart „gewoon een kwestie van uitzitten”, oordeelde musicoloog Clemens Kemme in 2006. Dat ligt niet aan Mozart, uiteraard. Het Requiem, onvoltooid bij diens dood, klinkt meestal in de versie die Süssmayr en cum suis afmaakten. Volgens Kemme kon dat een stuk beter, dus deed hij het twaalf jaar geleden zelf, op verzoek van de Nederlandse Bachvereniging.
Het concert begint nu daardoor nu ls een mooi geprogrammeerde reis terug in de tijd, knap onder één spanningsboog gebracht. In het Libera me kan het Koor van de Nederlandse Radio meteen een verrukkelijke klank etaleren, warm en glashelder. Via het opzwepende Trisagion (orkest) en wat statische Triodion (koor) van Arvo Pärt belandden we bij het bondige Stabat mater in g klein van de achttienjarige Schubert; geen meesterwerk, maar wel een boeiende vingeroefening. Zo werden stap voor stap de oren geschoond voor het pièce de résistance.
Mozarts Requiem zit in het collectieve geheugen in Süssmayrs instrumentatie, maar door de ingetogenere orkestbegeleiding doet het werk nu transparanter en lichtvoetiger aan – Mozart-achtiger, zou je kunnen zeggen. De grootste ingrepen betreft de laatste delen, waaraan Mozart überhaupt niet meer is toegekomen. Het sterk bekorte Benedictus klinkt fris en de druistig modulerende Hosanna-fuga zorgt voor verrassing.
Het Requiem is voorgoed onaf, maar wint dankzij de uitvoerders in Aken aan overtuigingskracht. Het koor zingt geweldig en is haast woordelijk verstaanbaar, evenals de uitstekende solisten, zoals Alessandra Marianelli, Karin Strobos, Maksim Mironov (tenor) en Evgeny Stavinsky (bas). De uitvoering is kortom fraai, dramatisch en ook erg transparant.
Programma:
Franz Schubert
Symfonie nr. 4 in C mineur D 417 ‘Tragisch’

Wolfgang Amadeus Mozart
Requiem in D minor KV 626

Meer informatie over het Requiem van Mozart of tickets zie:
https://meisterkonzerte-aachen.de/programm/philharmonie-zuidnederland-05-12-2019/

philharmonie zuidnederland Eurogress Aachen – Focuss22

Geef een reactie