Vegetatie langs Grensmaas beinvloedde hoogwaterpeil amper

Afgelopen zomer stond het water in de Grensmaas historisch hoog. Al snel na deze crisis bleek dat de werkelijke waterpeilen soms flink verschilden van de voorspelde peilen. Het is belangrijk om te weten waardoor die verschillen zijn ontstaan. Uit de eerste analyse bleek dat vegetatie langs de oevers mogelijk een nadelig effect heeft gehad op de waterstand. Verder onderzoek wijst nu uit dat niet vegetatie, maar bedijking op hogere gronden de grootste invloed lijkt te hebben gehad.

De uiterwaarden van de Grensmaas vangen water op als de rivier hoog staat. Deze dynamische gebieden herbergen ook bijzondere natuur. Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer gaven Bureau Stroming de opdracht om te onderzoeken wat de impact is van vegetatie in uiterwaarden op het waterpeil.

Vegetatie beïnvloedt waterpeil nauwelijks. Al snel na het hoogwater werd de begroeiing in de uiterwaarden als mogelijke oorzaak aangewezen voor het feit dat de werkelijke waterpeilen op veel plekken veel hoger waren dan voorspeld. Als dat inderdaad zo is, zou op veel plekken vegetatie voor de zekerheid moeten worden verwijderd. Rob van Schijndel, gebiedsmanager bij Natuurmonumenten: “Natuurlijk gaat veiligheid voor alles, maar vanuit natuuroogpunt is het verwijderen van vegetatie onwenselijk. Uit het onderzoek van bureau Stroming blijkt nu dat vegetatie nauwelijks invloed heeft gehad op de hogere waterstanden. Het weghalen van vegetatie voor waterveiligheid is daardoor niet aan de orde. En dat is goed nieuws voor de natuur.”

Ruimte voor de rivier. Uit het onderzoek bleek ook dat project Grensmaas zijn vruchten heeft afgeworpen. In de afgelopen jaren is gewerkt aan dit project, dat de overstromingskans moet verkleinen en bovendien ruimte biedt aan duizend hectare nieuwe natuur langs de oevers. Tijdens het hoge water bleek dat in dit gebied de waterstanden lager waren dan bij eenzelfde hoogwatersituatie vóór de maatregelen. Het project bewees hiermee zijn waarde.

Hogere waterstanden in bedijkte gebieden. Opvallende conclusie uit het onderzoek is dat juist in – de hoger gelegen – bedijkte gebieden de waterstanden veel hoger bleken dan voorspeld. Van Schijndel: “Het is natuurlijk van groot belang dat dorpen aan de rivier droge voeten houden en dijken zijn daarvoor op veel plekken simpelweg noodzakelijk. Maar waar er ruimte is, werken klimaatbuffers uiteindelijk het beste. In deze gebieden kan de natuur water opvangen en vasthouden. Het water kan langzaam wegzakken of op natuurlijke wijze wegvloeien. Hierdoor groeien ze mee met klimaatverandering. Ze maken Nederland veiliger, mooier en dragen bij aan herstel van de natuur. Ook is deze natuurlijke oplossing vaak goedkoper en flexibeler dan het realiseren van hogere dijken.”

Foto®Parkstad Actueel/Lucho Carreno

Geef een reactie