Parkstad Zuid Limburg

Het is even stil geweest. Omdat het rouwproces zo grillig verloopt en  het verdriet de overhand kreeg, speelde mijn depressie weer op. Daardoor was het moeilijk om positieve dingen te zien. En intussen is het een aantal weken geleden dat ik aan dit stukje begon, werd regen afgewisseld met zon en hebben we een aantal dagen sneeuw gehad. Tijd om het eens af te schrijven.

Doordat een vriend van me het erover had dat hij aan bewegingsarmoede leed en wilde gaan wandelen om aan het aantal stappen te komen wat geadviseerd wordt, realiseerde ik me dat ik ook veel minder wandelde. Tijd voor actie.

Ook al regende het een aantal weken geregeld en veel, toch heb ik de wandelschoenen aangetrokken. Met een water- en winddichte jas aan en een pet op, gewoon vanuit mijn huis eropuit. In plaats van rechtstreeks naar de winkel te lopen om boodschappen te doen, maakte ik er een langere wandeling van.

Intussen hadden de bomen hun bladeren verloren.

Misschien is dit voor enkelen een deprimerend gezicht. Ik hoorde iemand zeggen dat de bomen en struiken er dan zo dood uitzien, maar niets is minder waar. Als je eens goed naar een kale tak kijkt, zie je dat de bladeren voor het volgend jaar al aanwezig zijn. Die zitten veilig verborgen in de knoppen. De dekschildjes van de knoppen beschermen de opgevouwen bladeren tegen weer en wind en vorst.

Wat ik ook zo mooi vind aan die kale bomen, is dat je de vorm van de boom en zijn takken zo goed kunt zien. Sommige bomen, zoals de plataan, hebben hele stijve, rechte takken met weinig vertakkingen. Berken hebben heel veel kleine takjes, die heel sierlijk ogen. Vooral als die takken naar beneden buigen. Of je ziet dat er mos op de takken zit, wat je niet ziet als ze vol blad zitten. Sommige bomen hebben het droge blad nog aan de takken zitten. Het oude blad valt dan pas af als de nieuwe blaadjes in het voorjaar uit de knoppen komen. Nu zie je ook goed de hangende, mannelijke katjes van de elzen en de berken, of de droge zaaddozen van dit jaar. Als je zo’n tak van dichtbij bekijkt, zie je de vrouwelijke bloesem. Het is even goed kijken om die knopjes met rode draadjes te herkennen. Aan de kardinaalsmuts kun je de uitgedroogde en opengesprongen zaaddozen zien zitten. Op een zonnige dag vallen de verschillende kleuren van de bast op. Het varieert van wit of groen naar lichtgeel, of van roodbruin naar bruin en bijna zwart. Er is dus nog genoeg te beleven aan die kale bomen.

Een ander voordeel van de kale bomen is, dat je de vogels beter kunt zien. In de zomer kunnen ze tussen de bladeren zitten en moet je het vooral hebben van het geluid dat ze maken. Waar ik me dan ook zo over verwonder, zijn de nesten die, ondanks de felle winterstormen, toch in de boom blijven zitten. Want hoe doen die vogels dat? Ze hebben immers geen specie, schroeven of ander bevestigingsmateriaal om de nesten mee vast te zetten aan de takken.

Over een paar weken beginnen de knoppen te schuiven; het frisse, jonge groene blad komt dan weer aan de bomen. Misschien kun je voor die tijd nog een wandeling maken en naar boven kijken om die vele vormen te bewonderen.

Liefs Mary