In Zuid-Limburg wordt intensief gewerkt aan de opvang van Oekraïense vluchtelingen.

De Veiligheidsregio Zuid-Limburg (VRZL), in samenwerking met de zestien gemeenten in de regio, heeft als doel om 4.000 opvangplekken te realiseren, waarvan 2.000 specifiek voor Oekraïense vluchtelingen.

Huidige stand van zaken

Per 1 januari 2025 zijn er in Zuid-Limburg 3.631 Gemeentelijke Opvang Oekraïners (GOO)-plekken gerealiseerd, met een opdracht om dit aantal te verhogen naar 3.980. Dit betekent dat er vóór 1 juli 2025 nog 404 extra opvangplekken moeten worden gecreëerd. De gemeente Landgraaf heeft zich bereid verklaard om ten minste 100 van deze extra plekken te verzorgen. Deze opvang zal plaatsvinden op het terrein van de voormalige Licom aan de Europaweg-Zuid 401. Dit terrein is door de gemeenteraad in december 2024 aangewezen als toekomstige woningbouwlocatie. In afwachting van deze ontwikkeling wordt het terrein tijdelijk gebruikt voor de opvang van maximaal 300 Oekraïense vluchtelingen voor een periode van twee jaar, met een mogelijke verlenging van één jaar. Deze tijdelijke opvang heeft geen invloed op de geplande woningbouw; een deel van het perceel wordt zelfs voorbereid, wat de toekomstige ontwikkeling ten goede komt.

Verdeling over andere gemeenten

De exacte verdeling van de resterende 304 extra opvangplekken over de andere gemeenten in Zuid-Limburg wordt gecoördineerd door de Limburgse Regietafel (LiRT). Hoewel specifieke cijfers per gemeente niet zijn genoemd, is bekend dat gemeenten zoals Kerkrade al aanzienlijke inspanningen leveren. Kerkrade biedt momenteel opvang aan ruim 400 vluchtelingen, verspreid over locaties zoals de tijdelijke opvang aan de Hammolenweg (maximaal 200 personen voor maximaal twee jaar), Pieterstaete en woningen in het Rolduckerveld. Deze woningen maken deel uit van herontwikkelingsplannen en zullen in 2025 worden gesloopt.

Financiering en voorzieningen

De kosten voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen worden gedekt door de Rijksoverheid en belasten niet het budget van de individuele gemeenten. Daarnaast wordt er nauw samengewerkt met regionale onderwijsinstellingen en zorgverleners om ervoor te zorgen dat vluchtelingen toegang hebben tot onderwijs en medische zorg, zonder de bestaande voorzieningen voor inwoners te overbelasten. In Landgraaf wordt bijvoorbeeld in overleg met schoolkoepels en individuele scholen gekeken naar passende onderwijsoplossingen voor schoolgaande kinderen van vluchtelingen. Ook is er contact met huisartsen en de Huisartsen Organisatie Zuid-Limburg (HOZL) om de zorgbehoeften in goede banen te leiden en een zorgvuldige spreiding te waarborgen.

Conclusie

De gezamenlijke inspanningen van de Zuid-Limburgse gemeenten tonen een sterke regionale solidariteit en betrokkenheid bij de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Door middel van gecoördineerde planning en samenwerking wordt gestreefd naar humane opvang en integratie van deze groep in de samenleving, met aandacht voor zowel de behoeften van de vluchtelingen als die van de lokale inwoners.