29 juli 2025

“Ik had mijn opa hier zó graag bij gehad” Een persoonlijke terugblik van Raoul Vinken (34)

31047f78-bc00-47eb-84b2-6f9f317c8078

Gisteren woonde ik de voorstelling Het Geluk van Limburg bij in de Rodahal in Kerkrade. Indrukwekkend — dat is het eerste woord dat in me opkomt. Het was een eerlijke en krachtige weergave van een periode die diepe sporen heeft achtergelaten in onze regio. Een tijd die vaak wordt omgeven door nostalgie: het koempelgevoel, saamhorigheid, onderlinge verbondenheid. Maar het was natuurlijk niet alleen dát. De koempels werkten keihard, vaak voor een schamel loon en zonder beschermingsmiddelen. Veel mijnwerkers kregen later te maken met ernstige longziektes. Dat deel wordt nog weleens vergeten, maar de voorstelling schuwde het niet. Zonder overdrijving, gewoon zoals het was. En juist dat maakte indruk. Als jonge wethouder was de voorstelling voor mij niet alleen emotioneel, maar ook leerzaam. Ik heb het mijnverleden zelf niet meegemaakt. Het ligt letterlijk en figuurlijk een generatie voor mij. Maar dat maakt het niet minder belangrijk. Juist omdat ik er niet bij was, voel ik de verantwoordelijkheid om te blijven luisteren, leren en doorgeven. Mijn opa speelde daarin een grote rol. Hij werkte in de mijn en zijn verhalen zijn me altijd bijgebleven. Over het zware werk, de onderlinge solidariteit, maar ook over het onbegrip vanuit “boven”. Hij sprak met trots, maar was ook eerlijk over de keerzijden. Niet verbitterd, maar wel realistisch. Zijn woorden leven voort in mijn hoofd en in mijn hart. Die verhalen geven me houvast. Ze helpen me om me in te leven in een tijd die op papier ver weg lijkt, maar in werkelijkheid nog heel dichtbij is. In onze wijken, onze families, onze identiteit. En eerlijk gezegd: toen ik daar in de Rodahal zat, voelde het alsof mijn opa heel even naast me zat. Ik had hem deze voorstelling zó graag willen laten zien. Hij had het prachtig gevonden. Ik was niet de enige die geraakt werd. Na afloop volgde een minutenlange staande ovatie. Ik zag oud-koempels die stilletjes een traan wegpinkten. Op zo’n moment weet je als maker dat je iets bijzonders hebt neergezet. Een eerlijk verhaal, met respect gebracht. Wat me ook bijbleef, was het koempelgevoel van toen. De mijn was een zware plek, maar ook een plek van verbondenheid. Van er zijn voor elkaar, in goede en in moeilijke tijden. En eerlijk gezegd denk ik dat we daar vandaag nog veel van kunnen leren. Een beetje meer omkijken naar elkaar, juist als het even niet vanzelf gaat.

Voor mij is het mijnverleden geen afgesloten hoofdstuk. Het leeft voort in onze gemeenschap, in de herinneringen van velen, maar ook in de mentaliteit van hard werken, zorg voor elkaar en rechtvaardigheid. Dat verdient blijvende erkenning. Niet alleen in monumenten of theatervoorstellingen, maar ook in beleid, gesprekken en hoe we samen verdergaan. De voorstelling duurde twee uur, maar voor mij vloog de tijd voorbij. Kippenvel, een brok in mijn keel, en vooral veel bewondering. Heb je nog geen kaartje? Ga erheen. Echt. En als je nog gaat: heel veel plezier. “Glück Auf. Ook voor de toekomst.” Raoul Vinken is wethouder in Kerkrade. Foto-onderschrift: Raoul Vinken (34) en zijn echtgenote bij de première van Het Geluk van Limburg, een voorstelling die hem diep raakte.Gisteren woonde ik de voorstelling Het Geluk van Limburg bij in de Rodahal in Kerkrade. Indrukwekkend — dat is het eerste woord dat in me opkomt. Het was een eerlijke en krachtige weergave van een periode die diepe sporen heeft achtergelaten in onze regio. Een tijd die vaak wordt omgeven door nostalgie: het koempelgevoel, saamhorigheid, onderlinge verbondenheid. Maar het was natuurlijk niet alleen dát. De koempels werkten keihard, vaak voor een schamel loon en zonder beschermingsmiddelen. Veel mijnwerkers kregen later te maken met ernstige longziektes.

Dat deel wordt nog weleens vergeten, maar de voorstelling schuwde het niet. Zonder overdrijving, gewoon zoals het was. En juist dat maakte indruk. Als jonge wethouder was de voorstelling voor mij niet alleen emotioneel, maar ook leerzaam. Ik heb het mijnverleden zelf niet meegemaakt. Het ligt letterlijk en figuurlijk een generatie voor mij. Maar dat maakt het niet minder belangrijk. Juist omdat ik er niet bij was, voel ik de verantwoordelijkheid om te blijven luisteren, leren en doorgeven. Mijn opa speelde daarin een grote rol. Hij werkte in de mijn en zijn verhalen zijn me altijd bijgebleven. Over het zware werk, de onderlinge solidariteit, maar ook over het onbegrip vanuit “boven”. Hij sprak met trots, maar was ook eerlijk over de keerzijden. Niet verbitterd, maar wel realistisch.

Zijn woorden leven voort in mijn hoofd en in mijn hart. Die verhalen geven me houvast. Ze helpen me om me in te leven in een tijd die op papier ver weg lijkt, maar in werkelijkheid nog heel dichtbij is. In onze wijken, onze families, onze identiteit. En eerlijk gezegd: toen ik daar in de Rodahal zat, voelde het alsof mijn opa heel even naast me zat. Ik had hem deze voorstelling zó graag willen laten zien. Hij had het prachtig gevonden. Ik was niet de enige die geraakt werd. Na afloop volgde een minutenlange staande ovatie. Ik zag oud-koempels die stilletjes een traan wegpinkten. Op zo’n moment weet je als maker dat je iets bijzonders hebt neergezet. Een eerlijk verhaal, met respect gebracht. Wat me ook bijbleef, was het koempelgevoel van toen. De mijn was een zware plek, maar ook een plek van verbondenheid. Van er zijn voor elkaar, in goede en in moeilijke tijden. En eerlijk gezegd denk ik dat we daar vandaag nog veel van kunnen leren. Een beetje meer omkijken naar elkaar, juist als het even niet vanzelf gaat.

Voor mij is het mijnverleden geen afgesloten hoofdstuk. Het leeft voort in onze gemeenschap, in de herinneringen van velen, maar ook in de mentaliteit van hard werken, zorg voor elkaar en rechtvaardigheid. Dat verdient blijvende erkenning. Niet alleen in monumenten of theatervoorstellingen, maar ook in beleid, gesprekken en hoe we samen verdergaan. De voorstelling duurde twee uur, maar voor mij vloog de tijd voorbij. Kippenvel, een brok in mijn keel, en vooral veel bewondering. Heb je nog geen kaartje? Ga erheen. Echt. En als je nog gaat: heel veel plezier. “Glück Auf. Ook voor de toekomst.”

Raoul Vinken is wethouder in Kerkrade. Foto-onderschrift: Raoul Vinken (34) en zijn echtgenote bij de première van Het Geluk van Limburg, een voorstelling die hem diep raakte.

Peter Trompetter Fotografie

About The Author