Pipowagen als sanitaire voorziening Nul euro voor Heerlens mijnmuseum in jaar van de Mijnen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Pipowagen als sanitaire voorziening

Nul euro voor Heerlens mijnmuseum in jaar van de Mijnen

Van onze verslaggever

Het jaar van de Mijnen in 2015 was hét moment waarop eindelijk de ereschuld aan oud-mijnwerkers zou worden ingelost. Er werd een breed programma van culturele activiteiten, bezienswaardigheden, events en bijzondere momenten opgetuigd. Het Mijnmuseum in Heerlen kwam er echter bekaaid af. Het Nederlands Mijnmuseum Heerlen heeft nul euro gekregen in het jaar van de Mijnen”, zegt directeur Wiel Niks.

Een toilet in een houten Pipowagen in de buitenlucht, als sanitaire voorziening voor de jaarlijks 14000 bezoekers. Geen lift noch een roltrap, waardoor de tweede verdieping van het Mijnmuseum ontoegankelijk is voor mensen met een beperking. Een vanwege de bouw van het Maankwartier al twee jaar afgesloten toegangsweg (Mijnpad) naar het mijnmuseum. Het schaamrood springt je bij de wieg van de Heerlense mijnindustrie bijna op de kaken. Er lijkt stilaan welhaast sprake van een sterfhuisconstructie.

Het staat in schril contrast met de plannen voorafgaande aan het jaar van de Mijnen in 2015. Het Mijnmuseum wilde in de P-vleugel van het oude CBS-gebouw onder meer een filmzaal, expositieruimte, documentatieruimte en een mijnschacht met lift onderbrengen. Een lift waarin je voelt hoe het was om pijlsnel in een mijnschacht af te dalen. De bezoeker moest het gevoel ervaren dat een mijnwerker had, toen hij afdaalde met de lift. Door een scherm waarop hij de verdiepingen voorbij ziet flitsen, een schudvloer die trilt alsof je daadwerkelijk omlaag suist en een ventilator die blaast alsof je hard door de ondergrondse luchtlagen gaat. “Ervaren is vooral voor kinderen belangrijk”, zegt Wiel Niks.

Het blootleggen van de derde, 340 meter diepe schacht  van de voormalige Oranje Nassaumijn was en is ook een van de plannen. “De tweede pijler is waar nu het mijnmuseum is gevestigd, de derde pijler ligt onder het middelpunt van de centrale hal van het nieuwe CBS-gebouw”, zet Niks uiteen. Zoals ook het transformeren van het dak tot een tropische tuin worden, een verwijzing naar de tijd waarin steenkool ontstond en in deze streken een subtropisch klimaat heerste. Of het realiseren van een hernieuwde aansluiting op het ZLSM-spoorlijn en het opnieuw laten rijden van de oude stoomlocomotief of het opnieuw laten rijden van de tram die vroeger via de Schelsberg naar Heerlerheide reed. Voor dat laatste moeten we een opslagloods bouwen. Dat kost 40.000 euro dat geld hebben we helaas niet”, verzucht Niks.

Laat staan het miljoen waarop gehoopt was in het jaar van de Mijnen en dat noodzakelijk is om het Mijnmuseum echt en toekomstbestendig op de kaart te zetten. “Paul Depla heeft tijdens een van de eerste vergaderingen geroepen dat 1 miljoen euro voor het Mijnmuseum de inzet was in het jaar van de Mijnen. Toen ik hem later herinnerde aan die belofte werd hij boos.”

De ex-burgemeester van Heerlen is niet de enige politicus in wie Niks diep teleurgesteld is. “Veel mooie woorden, maar daden ho maar! Ik heb tal van voorstellen ingediend maar het Mijnmuseum heeft uiteindelijk nul euro gekregen in het jaar van de mijnen. Ik ben diep teleurgesteld in de Heerlense politiek. Maar ook in politiek in het algemeen. Heerlen heeft bijvoorbeeld een prachtige fossielenverzameling. Die is door mijnwerkers verzameld. Die collectie ligt momenteel te verstoffen in een kelder van het museum in Leiden. De gouverneur beloofde dat hij die collectie terug naar Heerlen zou brengen. Nooit meer wat van gehoord! En zo is het me vaak vergaan na gesprekken met politici.”

In België en Duitsland heeft elke stad haar mijnverleden gecultiveerd. In onze regio hebben we onze roots nagenoeg weggepoets. En met wat nog rest doen we veel te weinig. Heerlen is groot geworden dankzij de mijnen! Maar volhouden en door bikkelen voor die historie en dat besef lijkt alleen nog maar voorbehouden aan een groep betrokken oud-Koempels. We hebben zelfs de locomotief hier uit eigen zak betaald”, grijnslacht Niks. De subsidie die we jaarlijks krijgen wordt goeddeels opgesoupeerd door een door ons te betalen huurbedrag van 20.000 euro en stookkosten. Er is geen geld voor uitbreiding of innovatie en de échte interesse en wil bij de politiek ontbreekt.”

Waarom ik toch alsmaar doorga? “Ik ben een van dat uitstervende soort”, lacht Niks die werkzaam was als opzichter in de Oranje-Nassau Mijnen 1, 2 en 3 en aansluitend bij Pensioenfonds ABP. Daar ben ik twee dagen na de mijnsluiting van de ON1 – dat was de laatste mijn die sloot- aan de slag gegaan. Stil zitten is ook niet aan me besteed. Alleen met aanpakken en doorpakken kom je verder in het leven. “Ik werk momenteel als 73-jarige nog altijd 50 uur per week om de Mijndroom van de toekomst waar te maken. Het kan ook niet anders. Alleen onze generatie kan nog de passie en bezieling overbrengen, die noodzakelijk is.”

 

Foto’s Lucho Carreno

Geef een reactie