Randy van Haren, doelman BSV Limburgia ,,Weinig clubs hebben zo’n goede derde helft”

Deze keer gingen we in gesprek met Randy van Haren, van 19 februari 1990. Randy is al jaren de sluitpost van eersteklasser BSV Limburgia uit Brunssum. Niet in financieel opzicht uiteraard. Hij is een doelman met een langdurige staat van dienst. Inmiddels is hij zo’n tien jaar voor de club actief en draagt hij al jaren de aanvoerdersband. Een gewaardeerd lid van de hoofdmacht, zo bleek ook onlangs toen hij uit handen van Hub Hofland en Regilio Vrede een plaquette in ontvangst mocht nemen ter gelegenheid van zijn 250e optreden voor de club.

 

Wie is Randy van Haren?

We vragen Randy om zichzelf neer te zetten. Hoe zit hij in elkaar en wat doet hij zoal voor de kost? Hij vertelt: ,, In het dagelijkse leven heb ik samen mijn vader een rijschool. Mijn broer helpt ook uit, naast zijn eigenlijke werk. Ik volg daarnaast nog een studie en ben heel druk met en trots op mijn kleine dochter Liva Mae. Mijn vriendin Zoe en ik hebben ook nog een zoon, Luca. Ik ben op de eerste plaats een gezinsmens en doe graag een drankje met familie en vrienden. Ik heb een grote vriendengroep, ben iemand die goed met velen kan opschieten en ik sta positief in het leven. Je moet er het maximale uithalen. Je leeft tenslotte maar één keer. Soms kan ik best wel koppig zijn als ik ergens voor sta, maar dan denk ik dus ook in  mijn gelijk te staan.”

Keepersloopbaan

Randy van Haren vertelt ons dat zijn voetballoopbaan een aanvang nam bij FC Hoensbroek. Hij komt uit een echte voetbalfamilie, waarin zowat elke generatie in de mooie sport terecht is gekomen. In zijn jeugdjaren maakte hij, zo laat hij ons weten de overstap naar Roda JC, waar hij tot zijn 18e bleef en een aantal wedstrijden op de bank zat bij de hoofdmacht, in de eredivisie dus. Daarna ging het via MVV naar zijn huidige club BSV Limburgia.

Als we Randy vragen naar zijn hoogte- en dieptepunten, zegt hij: ,,Mijn hoogtepunten vormen natuurlijk de jaren bij Roda JC bij de eerste selectie. Ik heb al op jonge leeftijd mee mogen doen bij verschillende selecties van Roda JC, met trainers als Raymond Atteveld, Hub Stevens en Harm van Veldhoven. Na mijn dubbele beenbreuk vlak voor mijn vertrek heb ik zelfs nog enkele wedstrijden op de bank kunnen zitten bij het eerste, omdat destijds respectievelijk Bram Castro en Przemyslaw Tyton geblesseerd waren geraakt. Daarna kwam ik bij MVV terecht. Er kwamen blessures, ik leerde het leuke van op stap te gaan kennen, kwam in aanraking met vrouwen en trof Kevin Hofland. Uiteindelijk was hij degene die me overhaalde naar BSV Limburgia te verkassen.

Absoluut dieptepunt is voor mij uiteraard de dubbele beenbreuk die ik opliep tijdens een toernooi in Culemborg, in de periode bij Roda JC. Ik heb er destijds zo’ n 10 maanden uitgelegen. Daarnaast kreeg ik een blessure aan de knie bij BSV Limburgia, waar ik twee jaar last van heb gehad. Ik speelde wel de wedstrijden, maar trainen was moeilijk en spelen ging alleen met pijnstillers. Wat dat betreft kwam Corona goed uit. Mijn knie heeft daardoor de nodige rust gekregen. Nu kan ik weer alles volledig meedoen en ben ik fit.”

Trainers

Onze gesprekspartner heeft al heel wat voetbalvelden afgestruind, veel mensen ontmoet ook, spelers, al dan niet van naam en trainers, bekenden en minder bekenden. We vragen naar zijn ervaringen met de oefenmeesters die hij ontmoette. Randy reageert: ,,Ik heb met veel namen mogen werken , in het profvoetbal van Hub Stevens tot Raymond Atteveld, met Ruud Hesp ook. Ik kwam in aanraking met Eric van der Luer en Jan Lauers. In het amateurvoetbal zijn de meest bekende namen Hub Hofland, Regilio Vrede, René Eijer en nu dan Jan van Dijk. Ook  Michel Haan moet ik niet vergeten. Ik kan wel zeggen dat ik van al deze mensen heel veel geleerd heb, zowel op keepersvlak als op mentaal vlak. Deze mensen hebben zoveel meegemaakt in verschillende culturen en in het voetbal en weten dat over te brengen. Daar vaar je wel bij. Ieder doet het op zijn eigen manier en heeft zijn eigen visie, maar met ze allemaal kon en kan ik goed opschieten en van eenieder heb ik veel geleerd. En, wie ik zeker niet mag vergeten, is mijn vader. Hij was in mijn jonge jaren mijn keeperstrainer en verder is hij overal met mij heen gereisd, waar ik ook ging in het voetbal. Daar ben ik dankbaar voor.”

Goede keeper

Wat maakt iemand tot een goede keeper? Je hebt onder doelmannen de nodige variatie. De één is het best op de doellijn en blinkt uit in reflexen, een ander heerst in de lucht en een derde is weer het sterkst bij het meevoetballen. Het hangt er natuurlijk ook vaak vanaf waar je de voorkeur aangeeft, als je wil benoemen wie nu de beste keeper is. We laten Randy van Haren, met al zijn ervaring aan het woord. Hij immers heeft recht van spreken. Hij steekt van wal: ,,Als ik naar mijzelf kijk, denk ik dat ik een keeper ben die erg aanwezig is. Ik ben al tien jaar aanvoerder bij de club vanwege mijn coaching en het krediet dat ik heb opgebouwd bij de club. Mijn reflexen en positionering in en rondom de zestien zijn, denk ik, mijn sterke punten. In zijn algemeenheid: Een goede sluitpost is vaak ook goed wanneer hij aanvoelt waar ballen kunnen komen of gaan vallen. Je kunt je dan op een bepaalde manier opstellen, een meter naar voren of naar achter, hetzij naar links of rechts. Het maakt een redding niet altijd spectaculair, maar zorgt er wel voor dat je goed staat, zowel bij een redding op de lijn als bij een voorzet. Anticiperen en positioneren zijn dus belangrijk, in de zestien én daarbuiten. Het zijn eigenschappen die een keeper tot een goede doelman maken. Ik denk trouwens dat het vooral aankomt op feeling, iets dat heel moeilijk aan te leren valt.

Als je me vraagt naar de beste keeper aller tijden vind ik dat moeilijk te beantwoorden. Er zijn veel goede keepers (geweest), met elk hun specifieke kwaliteiten . Ik vind, als ik er even voor ga zitten, wel dat keepers als Ederson en Onana er op dit moment bovenuit steken, omdat zij in het moderne, snelle, voetbal enorm goed zijn in het meevoetballen en het bespelen van de hele zestien en daarbuiten. Zij voegen echt iets extra’s toe aan een ploeg en voorkomen al veel kansen van de tegenstander door het bespelen van die hele grote ruimtes.”

 

BSV Limburgia

Nu zit Randy van Haren dus al lange tijd bij de fusieclub van Brunssum, BSV Limburgia. We vragen naar zijn ervaringen bij de club, binnen en buiten de lijnen, op sportief vlak en anderszins. Zijn antwoord: ,,Om te beginnen met het sportieve gedeelte, het is prettig om te werken met mensen als Hofland, Vrede en nu Van dijk. Zij hebben zoveel bagage en netwerk en voegen veel toe aan de club. De organisatie staat tegenwoordig prima op poten. Wel ligt dat ook aan andere mensen van de club. Er zijn heel veel mensen die een wezenlijke bijdrage leveren, maar wier namen nooit naar buiten komen. Het collectief bij deze club is sterk en is nog steeds groeiende. Naast het feit dat die mensen veel toevoegen aan de vereniging zijn het ook nog leuke gasten, mensen die perfect binnen onze club passen. Ik ben al lang bij de club, voel me er ook erg thuis en krijg ook waardering. De onderscheiding die ik onlangs mocht ontvangen was een mooi initiatief vanuit de club. Ik zag het zelf niet aankomen. De waardering is wel mooi, maar ‘mister BSV Limburgia’ zoals sommigen mij bestempelen? Dat ga ik zelf niet roepen. Laat ik mooi aan anderen over.”

 

Derde helft

In het amateurvoetbal zijn sportieve prestaties belangrijk, zeker wanneer je op een wat hoger niveau acteert. Wat zeker ook belangrijk is, is het gebeuren na afloop van een wedstrijd. In de kantine wordt gewerkt aan het financiële welzijn van de club, maar ook aan het smeden van teamgeest, het vormen van een vriendengroep én aan het kweken van collectiviteit en solidariteit onder vrijwilligers en supporters. Randy van Haren geeft aan zelf ook veel belang aan dat soort zaken te hechten, als hij afsluit met: ,,Wat de kantine betreft denk ik iemand te zijn die mensen kan binden. We hebben inmiddels een selectie staan die niet alleen voetbalkwaliteit herbergt, maar ook bestaat uit een verzameling echte vrienden. Het grootste gedeelte van de groep feest wekelijks samen en er staat, niet alleen in het veld, nee, ook buiten de lijnen . Dat heeft lang nodig gehad, maar ik denk dat er weinig clubs zijn die het zo voor elkaar hebben voor wat betreft de derde helft in de kantine als BSV Limburgia . Ook spelers die stoppen of op een lager niveau gaan voetballen, de veteranen tot aan de supporters aan toe, iedereen heeft een klik samen en dat maakt BSV Limburgia heel uitzonderlijk. Ik maak daar maar wat graag deel van uit, reden waarom ik een trouw bezoeker van de kantine ben, na afloop van onze wedstrijden. Want, zoals al verteld, gezelligheid ga ik niet uit de weg.”

Foto’s®Parkstad Actueel/Lucho Carreno

 

Geef een reactie