Na 24 jaar haalt Venlo landstitel in vrouwenhandbal terug naar Limburg

24 jaar moest handballend Limburg wachten op de nieuwe landstitel in het vrouwenhandbal. Nadat het inmiddels ter ziele gegane roemruchte Swift Roermond in 1998 voor het laatste landskampioenschap tekende, kroonde Cabooter Group HandbaL Venlo zaterdagmiddag in een snikhete sporthal aan de Craneveldsraat zich tot opvolger. In het tweede duel in de ‘best-of-three-serie’ met regerend en meervoudig Amsterdams kampioen VOC was de ploeg van coach Robin Gielen opnieuw de sterkste: 34-28. Een week eerder werd in de hoofdstad die o, zo belangrijke eerste winst gepakt met een 24-23 zege.

In 2019 stond Handbal Venlo in de nationale bekerfinale maar moest toen zijn meerdere erkennen in Quintus. Dat bleek de opmars naar een mooie serie waar de club in 2014 haar sportieve beleid op had afgestemd die moest leiden tot nationale prijzen en Europees handbal. De mannenploeg in de eerste divisie werd ‘opgeofferd’ en belandde twee divisies lager in de hoofdklasse. Alle aandacht en faciliteiten kwamen de vrouwenploeg ten goede. Een besluit dat vele wenkbrauwen fronste. Verleden seizoen debuteerde Venlo in vier Europese duels tegen LK Zug (Zwitserland) en Bekament uit Slovenië.

Tegenstander

22 keer eerder was VOC de tegenstander van Venlo dat in 2014 debuteerde in de eredivisie. Slechts drie keer was er winst op de Amsterdamse titelhouder waaronder de beide laatste wedstrijden die uiteindelijk de historische landstitel opleverden. De ploeg uit Amsterdam, in het Nederlandse vrouwenhandbal gezien als opleiding van talenten voor de stap naar sterke buitenlandse competities, telt negen jeugdinternationals die vier dagen per week veel trainingsuren maakt op de Handbal Academie op Papendal. Venlo traint dagelijks, heeft speelsters die onder meer in de zorgverlening werken en daardoor niet altijd beschikbaar kunnen zijn. Sterke punt: de ploeg speelt al jaren samen en is door Weertenaar Robin Gielen tot een hecht team en, als het moet, een tot een ‘vechtmachine’ gesmeed. Dat laatste onderdeel straalde Venlo in het tweeluik met VOC heel nadrukkelijk uit.

Voor 500 puffende en zwetende toeschouwers in de uit 1965 daterende sporthal hielden de ploegen elkaar na dertig minuten in evenwicht, nadat de bezoeksters bij 5-7 het duel in handen leken te krijgen. Een serie van vijf Limburgse treffers toonde aan dat dit Venlo als ploeg enorm is gegroeid en weinig ontzag toonde voor de zo luid bejubelde Amsterdamse talenten: 11-8. Janiek van Sleeuwen zorgde vlak voor de rust voor 16-15, Roos Daleman bepaalde legde de bal nog één keer achter de opnieuw sterk keepende Liza Roovers: 16-16.

Zusjes Van Sleeuwen

De zusjes Van Sleeuwen, nooit verzakend, namen hun ploeg ook in dit cruciale en heerlijke handbalduel op sleeptouw. Veel energie, veel kwaliteiten. De zusjes uit het Brabantse Boekel tonen lef, hebben spelinzicht, kunnen tegenstanders met onnavolgbare passeerbewegingen het nakijken geven of medespeelsters in een vrije positie manoeuvreren maar hebben bovenal een ‘dodelijk’ schot in hun rechterarm.

Die gelijke stand bleef tot 19-19, vanaf dat moment ging het crescendo met de thuisploeg: 23-19. Nog één keer kon VOC de marge op twee brengen, daarna heerste Venlo in de eigen sporthal en rook in de verte de historische landstitel: 29-22. Janiek van Sleeuwen – zij staat in de belangstelling van Zweedse en Duitse ploegen – tekende voor de dertigste, de Venlose fans waren al aan het feest. Dit kon niet meer fout gaan! VOC hing in de touwen, de genadeklap moest nog komen. Als een wals stoomde Venlo nog altijd in een hoog tempo op, bleef gretig en zelfverzekerd en had lak aan het Amsterdams gejammer. Lijnspeelster Pien de Swart tekende voor de slottreffer: 34-28. VOC mocht de schaal die sinds 2017 in hun bezit was, inleveren en overdragen aan Venlo dat voor het eerst aan het feest mocht. Een ongekende prestatie, begeleid door tranen van vreugde bij fans en speelsters. Een paar meter verderop vloeiden ook tranen maar dan van verdriet.

Foto Reza

 

Geef een reactie