Foto: Alf Mertens

Top ministerie laat zich bijpraten over de regionale aanpak

Demissionair ministers Conny Helder (Langdurige zorg en Sport) en Pia Dijkstra (Medisch zorg) en demissionair staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) brachten gisteren een gezamenlijk werkbezoek aan Zuid-Limburg en dat is bijzonder. De regio trok hun aandacht vanwege onder meer de lange historie van samenwerken, die inmiddels zijn vruchten afwerpt. Naast de successen kwamen ook de geleerde lessen van de afgelopen jaren aan bod. En de bewindslieden gingen in gesprek over wat er nodig is om de volgende stap te zetten voor een betere gezondheid en goede zorg in de regio.  

Zuid-Limburg koploper

Zuid-Limburg heeft een flinke gezondheidsachterstand ten opzichte van de rest van Nederland. Het zorggebruik is hier hoger en in combinatie met vergrijzing neemt de kloof tussen zorgvraag en zorgaanbod verder toe. “Zo’n tien jaar geleden realiseerden we ons dat niemand deze situatie alleen kan oplossen. We hadden een gezamenlijke prioriteit, en dat was het vertrekpunt voor een gezamenlijke aanpak. Inmiddels hebben we veel in gang gezet”, vertelt Frank Klaassen, directeur Publieke Gezondheid GGD Zuid-Limburg. “Denk aan het programma Trendbreuk dat gericht is op preventie. Deze langjarige aanpak richt zich bewust niet alleen op (gezondheids)zorg, maar ook op andere domeinen zoals opgroeien, kinderopvang, onderwijs, werk en leefomgeving. Oplossingen moet je altijd zoeken in de regionale context. Juist hier kan het voorkómen van gezondheidsproblemen sterk bijdragen aan het toegankelijk houden van de zorg.”

Koersvastheid noodzakelijk

De ervaringen die Zuid-Limburg de afgelopen jaren heeft opgedaan komen nu goed van pas. Het zijn waardevolle lessen, passend binnen de beweging die het ministerie heeft ingezet met de landelijke zorgakkoorden IZA (Integraal Zorg Akkoord), GALA (Gezond en Actief Leven Akkoord) en het daarmee samenhangende programma WOZO (Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen). Als Zuid-Limburg één ding heeft geleerd dan is het wel dat een gezamenlijke koers voor langere tijd noodzakelijk is. Dit geldt voor het regionale én landelijke beleid. Dat hebben we de VWS-top toegelicht aan de hand voorbeelden zoals de Pluspraktijken. Huisartsen in Zuid-Limburg zijn de afgelopen jaren anders gaan werken. Door een ander gesprek te voeren worden patiënten anders benaderd. En er worden innovatieve oplossingen ingezet waar dat kan. Maar de kern van de verandering is vooral van elkaar willen leren. Een Pluspraktijk vraagt een andere manier van werken. Van huisartsen, maar ook van andere partijen in de wijk. Een proces dat je niet mag onderschatten, daar is tijd voor nodig.” 

Oproep aan VWS

Zuid-Limburg is goed op weg, maar we zijn er nog niet. “We willen voortbouwen op wat er al is bereikt”, zegt Leon Geilen, wethouder gemeente Sittard-Geleen, namens Team Zuid-Limburg, zoals de samenwerkende organisaties zich noemen. “We werken weliswaar veel samen, maar dat kan effectiever. En domeinoverstijgend samenwerken is echt nog wel een uitdaging. We hebben de ministers en staatssecretaris gevraagd ons te ondersteunen door de benodigde randvoorwaarden in te vullen. Het gaat dan vooral om het voeren van langjarig, integraal beleid (over ministeries heen), dito financiering en directe betrokkenheid bij onze regio.”

Minister Pia Dijkstra

“Tien jaar samenwerking heeft deze regio enorm veel gebracht, en de mensen die hier wonen geholpen aan herkenbare plekken waar zij geholpen worden met de uitdagingen in hun leven. Samenwerking als deze is onmisbaar om de zorg van de toekomst vorm te geven en leert ons wat we kunnen betekenen voor mensen als organisaties elkaar goed weten te vinden.”

Minister Conny Helder

“Het aanpakken van datgene waar mensen last van hebben – of het nu gaat om een zorgvraag of problemen in het sociaal domein – kun je het beste integraal doen. En dat betekent: met iedereen samenwerken zodat je het beter maakt voor de buurtbewoners.

In Zuid-Limburg is men al jarenlang met deze samenwerking bezig en ziet men door het Integraal Zorgakkoord wel dat ze een versnelling kunnen doormaken. Omdat we met elkaar kijken naar welke dingen nog belemmeren in de samenwerking, bijvoorbeeld als je ook over domeinen of specifieke financiering heen wilt samenwerken. Maar dat men hier al een aantal jaren bezig is, daar zie je nu ook de goede resultaten van terug.

Een voorbeeld is hoe er in de huisartsenzorg wordt samengewerkt, met de zogenaamde Pluspraktijken. Daarbij wordt er veel meer samengewerkt – ook met het brede wijkteam – en wordt gekeken naar wat de zorgvraag van de bewoners écht is. En dat is niet altijd een zorgvraag. Het is ook heel vaak een vraag die beter beantwoord kan worden door het sociaal domein. Bijvoorbeeld rondom schuld, wonen of familieomstandigheden. En daarin samenwerken, daar zijn ze in Zuid-Limburg al heel goed in. 

Ik zie ook dat een begrip als ‘positieve gezondheid’ hier in de praktijk wordt gebracht. Er wordt gekeken naar de hele mens. Bijvoorbeeld: er zijn hier veel bewoners die laaggeletterd zijn en dus moeite hebben met brieven lezen. Er wordt daarom gekeken of je achter de voordeur kunt komen om dingen uit te leggen. Naar mensen toegaan om te horen waar ze precies behoefte aan hebben, dat is ook een vorm van naar de hele mens kijken.”

Staatssecretaris Maarten van Ooijen

“De gesprekken met bewoners hier in Kerkrade hebben grote indruk op mij gemaakt. Zij geven aan dat zorg en ondersteuning vaak wel heel erg ver verwijderd zijn van wijkbewoners. Bijvoorbeeld omdat mensen niet goed kunnen lezen, moeite hebben om digitaal hun weg te vinden of omdat hun hele dag bepaald wordt door zorgen over geld en eerste levensbehoeften. We moeten hun hartenkreet goed in onze oren blijven knopen bij alles wat we doen om zorg en ondersteuning verder te verbeteren.”

Tekst: GGDZL
Foto: Alf Mertens