In de komende periode zal Natuurmonumenten voorbereidingen treffen voor een reguliere vorm van bosbeheer in natuurgebied Strijthagen. Daarbij worden bomen met kleurstippen aangemerkt die  later dit jaar plaats gaan maken voor meer licht en ruimte in het veel bezochte bos. Deze dunning is een onderdeel van regulier bosbeheer waarbij gestreefd wordt om een aantal zogenaamde toekomstbomen voldoende licht en ruimte te bieden. Deze exemplaren kunnen dan uitgroeien tot dikke, volwaardige bomen.

Op dit moment  staan er veel jonge bomen in het bos die elkaar tijdens de groei beconcurreren. In relatief korte tijd groeien ze in een race naar het licht allemaal op tot dunne, hoge bomen. Ze krijgen dan geen kans om uit te groeien tot dikkere, stabiele exemplaren. Door te dunnen krijgen de bomen die overblijven meer ruimte en dus diktegroei. Daarmee stijgt ook de kwaliteit van de natuur in het bos. Er zullen hier veel meer gevarieerde soorten planten- en dierenleven ontstaan. Natuurmonumenten werkt graag voor nu en later aan een veilig en stabiel bos met een veel rijkere natuur. Het aanmerken van de bomen gebeurt in mei en de dunningen zullen in oktober/ november gaan plaats vinden.

 

Toekomstbomen

Coördinator Beheer Frans Reijnen legt uit: “Eens in de 6 tot 10 jaar voeren we vanuit goed doordachte en afgesproken plannen het beheer in onze bospercelen uit. Het dunnen van bospercelen met te veel bomen van gelijke soort, dikte en leeftijd is daar een onderdeel van. Bij het dunnen selecteren we eerst de zogenaamde toekomstbomen. Dat zijn de exemplaren  die we graag in het bos willen behouden. Dit zijn bomen die we vrijstellen van kap en die dus daarmee veel meer licht en ruimte voor een duurzamere groei ter beschikking gaan krijgen. Ze groeien uit tot dikkere en robuustere bomen en worden daarmee de belangrijke elementen van een gezond, veilig en gevarieerd bos.”

 

Het geheim van de stippen

Boswachter Guido Franck die belast is met de uitvoering van het bosbeheer snapt dat mensen verbaasd zijn als de bomen worden voorzien van verfstippen en er een zaag in de boom wordt gezet. Franck licht verder toe: “Die kritiek is mij zeker bekend en komt wellicht doordat het hoe en waarom van dit bosbeheer bij het grote publiek nog steeds te onbekend is.

In de Strijthagense bossen is al langere tijd niet meer gedund. Je ziet hier nu veel snelgroeiende jonge bomen op korte afstand van elkaar, eiken die te weinig groeikansen krijgen door de concurrerende beuken en best weinig verschillende soorten planten en dieren in dit bos. Want: hoe meer verschillen, hoe beter de natuurkwaliteit in het bos. Hoe beter de natuurkwaliteit van het bos, hoe meer dit gebied nu en later kan verdragen. Dat betreft de groei, de variëteit en de veiligheid in het bosgebied.

In deze maand markeren we de bomen met gekleurde verfstippen. Vanwege de afgesproken kleur in de stip weten de bosarbeiders bij hun werkzaamheden in dit najaar welke bomen ze moeten laten staan en welke exemplaren gezaagd moeten worden. Dat zagen gebeurt met machines die zich door het bos verplaatsen. Om onnodige schades te voorkomen, markeren we duidelijk hun vaste aan- en afvoerroutes door het bos. Het zogenaamde rondhout wordt uit het bos gereden, takhout blijft achter in het bos. Het takhout dat achterblijft bied onderkomen voor vogels, kleine zoogdieren en biedt kansen voor insecten en schimmels. Met deze aanpak van bosbeheer creëren we meteen een bron voor leven in dit prachtige bos.”

 

Foto®Parkstad Actueel/Lucho Carreno

Geef een reactie