FNV Parkstad Limburg neemt absoluut geen genoegen met reactie CDA- minister Bruins Slot inzake spreiding werkgelegenheid: “Oneerlijke verdeling is een belangrijk verkiezingsthema bij provinciale verkiezingen”

Op 24 mei 2022 trok FVV Parkstad Limburg nadrukkelijk aan de bel bij Binnenlandse zaken over de oneerlijke verdeling van Rijkswerkgelegenheid en de almaar verslechterende positie van Limburg, voorop Parkstad. FNV Parkstad stuitte op dovenmansoren.  Minister Bruins Slot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties ziet geen enkele reden om het huidige beleid te wijzingen.  De initiatiefnemers Wiel Friederichs en Peter Heuperman nemen er geen genoegen mee. Met een pittige en goed onderbouwde reactie plaatsen ze het onderwerp hoog op de agenda bij de provinciale verkiezingen op 15 maart. 

FNV Parkstad Limburg eist gelet op het enorme aantal rijksbanen dat Limburg in de laatste vijftien verloor minimaal 2000 hoogwaardig rijkbanen op HBO-VWO ter compensatie. Minister Bruin Slot ziet daar geen reden toe. Ze stelt dat bij huisvestingsbesluiten van de rijksoverheid het primaire proces in een organisatie voorop staat. Zoals ook een efficiente invulling van de rijksvastgoedportefeuille, het financiale belang van het Rijk en de toegankelijkheid van de rijksoverheid voor de burger. De minister laat in haar schrijven aan FNV Parkstad weten dat de rijkswerkgelegenheid in Limburg voorjaar 2022 12.258 fte bedroeg. Een toename van 291 fte in vergelijking met 2021. Volgende de minister komt  dat neer op een groei van 2,4 procent. En dat volgens haar een gelijke trend zoals in andere provincies. CDA minister Bruin Slot ziet dan ook geen aanleiding voor een herverdeling van de rijkswerkgelegenheid in Nederland”, deelde ze FNV Parkstad mede. 

Voor FNV Parkstad is reactie BIZA minister Bruin Slot onaanvaardbaar   

De FNV toppers Friedrichs en Heuperman vinden het standpunt onaanvaardbaar. In een brief  aan de minister die in c.c. ook naar de  Tweede Kamer, de Vaste Kamercommissie BZK, Eerste Kamer, GS, PS en de gemeenteraden in Parkstad ging, reageerden ze in niet mis te verstane bewoordingen. “In reactie op uw brief van 14-10-2022, kenmerk 2022-0000505557, delen wij u mede, dat wij uw standpunt over de spreiding van de Rijkswerkgelegenheid onaanvaardbaar vinden, omdat u geen steekhoudende argumenten aandraagt, waarmee u de oneerlijke verdeling in stand houdt.

Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken, dat u de (Rijks)werkgelegenheid in de Randstad voorop stelt. Wij blijven bij onze eerdere eis, dat u nog in deze regeerperiode minimaal tweeduizend hoogwaardige Rijksbanen op WO- en Hbo-niveau in Limburg en in het bijzonder Parkstad Limburg moet realiseren om zodoende een begin te maken met het tenietdoen van de oneerlijke verdeling.

Voordat wij ingaan op de inhoud van uw reactie hechten wij er grote waarde aan u deelgenoot te maken van de achtergrond van ons initiatief. Uw uitlatingen in diverse Tv-programma’s over het slechten van de afstand tussen de Randstad en de Regio en het wantrouwen van de regio’s jegens Den Haag hebben bij ons de hoop doen postvatten, dat u de oneerlijke verdeling van Rijkswerkgelegenheid in Nederland in het vizier gaat nemen.

Gezien uw reactie in uw bovengenoemde brief blijkt dit ijdele hoop te zijn, want zonder concreet in te gaan op de inhoud van onze argumenten, blijft u vasthouden aan: De zienswijze, dat verdeling van de Rijkswerkgelegenheid stabiel is en de prognose geen aanleiding geven om een landelijke herverdeling door te voeren. 

De stabiele verdeling van de Rijkswerkgelegenheid

Wij geloven u op uw woord als u stelt, dat Rijkswerkgelegenheid al geruime tijd stabiel is in Nederland. U gaat echter volstrekt voorbij aan de vraag of de verdeling rechtvaardig is. Als men het inwonersaantal afzet tegen de verdeling van de Rijkswerkgelegenheid dan kunt u niet overeind houden, dat hier sprake is van een eerlijke verdeling. Wij noemden de provincies Utrecht en Limburg met ongeveer evenveel inwoners kennen qua Rijkswerkgelegenheid een verhouding van 48.000 versus 12.000 Rijksbanen. In de onverzettelijkheid van dit soort feiten vindt het wantrouwen jegens de Randstad en Den Haag een vruchtbare voedingsbodem.

“Primaire proces van een Rijksdienst was bij de sluiting van de mijnen geen belemmering” 

Het argument waarom deze onrechtvaardige verdeling overeind wordt gehouden, welke in hoofdzaak berust op het leidend zijn van het primaire proces van een Rijksdienst, beschouwen wij als niet valide. Immers bij de sluiting van de mijnen in 1971 bleek dat belang van het primaire proces bij de indertijd toegepaste spreiding van de Rijksdiensten geen belemmering te zijn. Niet het primaire proces is leading. Dat is enkel en alleen de politieke wil.

De wijze van inventariseren

In uw reactie stelt u, dat u de Tweede Kamer informeert op basis van de door de Tweede Kamer met uw voorganger overeengekomen format en daarbinnen specifiek benoemde sectoren. Welnu, uw voorganger heeft in zijn reactie op de motie van de heer H. van der Molen aangekondigd met een nieuwe manier van inventariseren te zullen komen. In feite hanteert u de oude niet aangepaste inventariseringsmethode en komt daarmee niet tegemoet aan hetgeen de Tweede Kamer door uw voorganger in het vooruitzicht was gesteld. Namelijk een nieuwe inventariseringsmethode, die door de Kamer nog voor akkoord zou moeten worden bevonden.

Wij betwijfelen overigens of de benoemde sectoren een correct beeld geven van de Rijkswerkgelegenheid. Immers de Rechtspersonen met Wettelijke Taken (RWT) vormen een substantieel aandeel daarvan en worden ons inziens onterecht niet meegenomen in de inventarisatie.

Regio Deal

In uw portefeuille bevindt zich ook de zogenaamde Regio Deal, waarmee richting de regio’s een handreiking wordt gedaan om achterstanden op meervoudige terreinen in beeld te brengen en met inbreng van de regio’s gezamenlijk weg te werken. Als voorbeeld nemen wij de Parkstadregio, waarvoor u 40 miljoen euro beschikbaar stelt. Daarnaast stelt de regio in de vorm van de Provincie Limburg als geldschieter eenzelfde bedrag beschikbaar. Wat ons zeer verbaast, is waarom de regievoering van deze regiodeal plaatsvindt onder aansturing van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, directoraat-generaal Natuur, Visserij en Landelijk Gebied. Getuige de ongedateerde aanbiedingsbrief aan de Tweede Kamer.

Gezien de omvangrijke problemen in de Parkstadregio, de 59-jarige historie om hieraan iets te doen en de vele onderzoeken en miljoenen, die dit allemaal al heeft gekost, zijn wij als ervaringsdeskundigen van mening, dat uw begroting volstrekt onvoldoende is om het verschil te maken. In de achterliggende geschiedenis heeft alleen de spreiding van de rijksdiensten, zoals het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, het Centraal Bureau voor de Statistiek, diverse diensten van het Ministerie van Defensie, diverse uitvoerende diensten van het Ministerie van Landbouw en de Belastingdienst, het merkbare verschil gemaakt.

Het is om die reden en om die reden alleen, dat wij pleiten voor een meer rechtvaardige herverdeling van Rijkswerkgelegenheid. De overheid als grootste werkgever heeft hierin een grote verantwoordelijkheid en wij doen dan ook een beroep op deze verantwoordelijkheid.

Tenslotte delen wij u mede, dat wij de betrokken regeringspartijen, alsmede de Tweede Kamer en Eerste Kamer per afschrift op de hoogte hebben gesteld van onze brief aan u. Datzelfde is geschied in de richting van de Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten van Limburg en de Colleges van Burgemeester en Wethouders, alsmede de Gemeenteraden van de Parkstadgemeenten. Het spreekt voor zich, dat wij de media op de hoogte hebben gebracht van de inhoud van deze brief.”

Wij vragen u een ontvangstbevestiging van deze brief te sturen aan: peter.heuperman@home.nl en daarbij te laten aangeven welk vervolg de brief zal ondergaan.

Met vriendelijke groeten,

             

W. Friedrichs, P.C. Heuperman,

Adviseur Lokaal FNV Parkstad Limburg Kaderlid FNV