Nepalreis 2018 – Dag 13

We hebben vannacht een heftig nachtje gehad: zowel in het guesthouse, als in het ziekenhuis. In het guesthouse ging Noëlle naar bed en zag ze opeens een zwarte schaduw over het bed van Danaé lopen. Ze dacht eerst dat ze zich vergiste maar toen ze beter keek, zag ze dat de schaduw een kakkerlak van maar liefst zes centimeter groot was. Ze sprong op uit haar bed om de kakkerlak te verjagen, maar opeens was hij weg. Janneke, die op dezelfde kamer slaapt, werd er wakker van en nadat ze fluisterend op de hoogte gebracht was, raakten ze beiden in de slappe lach. Het gevolg was dat ze vijf minuten later, samen met een inmiddels wakkere Danaé, bovenop de bedden stonden en met hun zaklantaarns over de grond schenen om het beest te vinden. Dat lukte, maar helaas durfde geen van de drie de kakkerlak op te rapen en buiten te zetten. Noëlle wist wel raad. Ze rende naar boven en trok Hugo aan zijn dikke teen wakker. Met vier man sterk duurde het een half uur eer ze de kakkerlak terugvonden. Toen ze hem echter nog eens goed bekeken, bleek dit een vele kleinere te zijn. Nog steeds niet gerust over het grote beest dat ze van tevoren gezien hadden, zochten ze goed verder. Na een half uur, en het vinden van nog een kleinere kakkerlak, vonden ze de kakkerlak waarmee het hele avontuur begonnen was dan toch nog. Gewapend met de zaklampen liepen ze de tuin in waar ze hem vrijlieten. Met een gerust hart kwamen ze daarna terug naar binnen waar ze zagen dat hun kamer, tijdens de jacht, wel een erg groot slachtveld geworden was. Alle koffers waren verschoven, het bed van Noëlle tot op het geraamte uit elkaar gehaald, dekens en spullen lagen op de bedden en in de gemeenschappelijke woonkamer. De drie meiden waren het erover eens dat dit het meer dan waard was geweest en dat Hugo hun ridder in nood was. Na een dankbaar woordje en hun kamer opgeruimd te hebben, sliepen ze dan ook beter dan ooit tevoren.

In het ziekenhuis kwam de zuster in de avond de kamer op lopen om te zeggen dat de gordijnen toch echt dicht moesten, omdat er een mannetje voor het raam geparkeerd stond. Eerst begrepen Vivian en Ineke niet zo goed wat de zuster zei, maar toen ze naar buiten wees, drukten zij hun neuzen tegen de ramen en keken ze het donker in. Ze zagen niets… Misschien mede omdat ze op de eerste verdieping zitten en er voor hun beleving dus ook niemand voor het raam kon staan. Het meisje hield echter aan en zei: “There is a guard for your window, so don’t panic!”. Weer keken ze door het raam en nadat ze heel erg hun best deden, zagen ze inderdaad precies tegenover hun raam een militair zitten met geweer. Hij keek hun recht aan en zal zich beslist afgevraagd hebben wat die twee vrouwen daar toch deden. Als de bliksem trokken ze de gordijnen dicht, terwijl ze zich ernstig afvroegen wat voor schouwspel hij gisteren voor zijn neus had gehad. Midden in de nacht, wierp hij de schijnwerper op het raam van Ineke en Vivian. Ineke schoof het gordijn wat opzij om te kijken wat er aan de hand was. Ze keek de militair nog eens diep in de ogen. Hij leek toch te begrijpen wat zij wilde, want daarna ging de schijnwerper gelukkig uit!

Al vroeg in de ochtend kwamen we achter het hele verhaal van Sunil en Avaya. Avaya heeft een vriendinnetje. Hij zou haar gisterochtend ontmoeten maar dat had hij afgezegd, omdat hij ‘moody’ was. Zij had dat niet leuk gevonden en om het goed te maken had Avaya besloten dat hij in de middag alsnog naar haar toe zou gaan, samen met Sunil. Na een leuke date, een bezoekje aan een stupa, gingen ze met z’n tweeën op weg naar huis. Onderweg kwamen ze Sameer tegen en zijn ze met hem meegegaan om te voetballen. Omdat het daarna vrij laat geworden was, had Sameer hen uitgenodigd om bij hem thuis te eten en te slapen. In de ochtend haalden wij hen op, zodat we ze weer veilig naar Thali konden brengen. Ook hierin wordt de flexibiliteit van de Nepalezen zichtbaar. Impulsieve gedachten kunnen zomaar omslaan tot leuke uitjes en de twee jongens gaven aan de dag van hun leven te hebben gehad.

Doordat we de twee jongens ophaalden, zat ons busje voor het eerst sinds lange tijd weer bijna vol. Met dertig paar handen kwamen we aan in Thali. Mattie en Daniël bleven vandaag thuis, maar de rest was allemaal weer beter. Eenmaal in Thali aangekomen, bleek het hier te hebben geregend. Waar wij gisteren alleen een verkoelende onweersbui gehad hebben, konden we hier zien dat het op z’n minst drie centimeter geregend had. Dat zagen we aan de gaten. De gaten waar we tot op het zand gegraven hadden, zagen er gewoon uit als gisteren. Maar de gaten waar we nog bezig waren met de klei, hadden het water nog niet kunnen wegwerken waardoor er als het ware zwembaden ontstaan waren. Wij wilden al in het gat gaan staan om erachter te komen hoe diep het water was, maar één van de kinderen was zo slim om een takje in het water te steken. Hierdoor kreeg niemand natte voeten, zagen we dat het heel erg meeviel met de hoeveelheid water en leerden we, van deze creatieveling, dat zelfs een gewoon houten stokje tot de ‘uitrusting’ kan behoren. De werkzaamheden op de bouw beginnen langzaam maar zeker wat eentonig te worden. Net als alle andere dagen zouden we eigenlijk vandaag weer graven en klei verplaatsen. We vonden het dan ook erg leuk dat we vandaag even, als welkome afwisseling, het regenwater met plastic emmertjes uit de gatekonden verwijderen.

Vier van ons voelden zich ook vandaag nog niet honderd procent. Fleur, Eefke en Danaé kozen er dan ook voor om in het schooltje de volgende les van de lessenreeks te gaan uitvoeren en Noëlle werd de projectfoto- en videograaf. We breidden de geleerde kleuren en vormen uit, door verf mee te nemen. We leerden de kinderen de kleuren die we bij ons hadden en richtten ons daarnaast op de woordenschat die bij het verven komt kijken. Zo leerden we hen bijvoorbeeld de woorden ‘apron’, ‘pencil’ en ‘clean’. Zo springerig als de kinderen normaal zijn, zo rustig waren ze nu. Het verven leek wel een therapeutische werking te hebben. Net als bij een van onze eerste clubthema’s, lieten we de kinderen een steen verven. Ze vonden het ontzettend leuk om te doen. Ze deelden hun verf zonder hier woorden aan vuil te maken, experimenteerden met kwastbewegingen en maakten echte kunstwerkjes.

Voor de oudere leerlingen voegden we daarnaast nog een extra element toe: het mengen van de kleuren. Op deze wijze leerden we hen dat er niet veel nodig is om toch alle kleuren te kunnen maken, die ze nodig hebben. We merkten op dat de oudere leerlingen heel leergierig zijn en alle lessen snel oppakken. Zo heeft Shauny hen een aantal dagen geleden laten zien dat ze van alles met klei kunnen maken. De oudere groep heeft deze les ter harte genomen en ze hebben met de klei een café gemaakt: kopjes, bordjes, thee, koekjes en noem maar op. Ze hadden ook aan nep geld gedacht en anderen konden bij hen de hele dag door wat komen kopen, waarbij de nodige rekensommetjes dus gemaakt werden. Zo ook met de kleuren. Na elk magisch mengmomentje, herhaalden ze welke mengsels nu tot een bepaalde kleur leiden. Al vrij snel besloten wij echter dat het tijd werd dat de meisjes het zelf gingen proberen. Ook zij kregen schorten aangereikt. Ze reageerden hier erg giechelig op en vonden het ontzettend grappig hoe de schorten eruit zagen. Maya zei: “So now we can cook with Santa!”. Dat klopte inderdaad, maar dat was zeker niet de bedoeling. Nu moest er geverfd worden, want hoe leuk was het dat ze vandaag hun zelfgemaakte servies een kleurtje konden geven! We zijn erg blij dat we de leerlingen dit hebben laten zien en zagen een wereld voor hen open gaan!

Op de bouw ondertussen was het wederom gloeiend heet. Net als gisteren waren er bijna geen wolken te zien, waardoor de zon pal op onze hoofden stond. Veel drinken en af en toe een pauze hielpen ons om toch te kunnen werken. Het valt ons op dat de Nepalezen ons steeds waarschuwen voor het warme weer. Ze hoeven onze gezichten maar te zien en kunnen vertellen of het slim is om op het veld te gaan staan. We proberen hier dan ook zo goed mogelijk naar te luisteren. Niemand wil ziek worden en zij zullen hun land en het daarbij horende klimaat beter kennen. Zo kwam er gisteren een mevrouw zeggen dat we beter niet op de grond konden gaan zitten. Ze legde uit dat we hier buikpijn van zouden krijgen, omdat het buiten zo warm was en de klei koel. Het zand was geen probleem, omdat dit mee opgewarmd was door de felle zon. Met dit soort weetjes proberen de dorpsbewoners ons te beschermen tegen allerlei kwaaltjes, die we uit onwetendheid kunnen oplopen, en we maken dan ook dankbaar gebruik van deze kennis.

Halverwege de ochtend namen we door de hitte weer even rust onder de grote, oude boom. Iedereen strompelde, bedekt met modder, naar boven en plofte neer voor een lekker bekertje cola. Op een gegeven moment zagen we Janneke met een bergje stenen op haar hoofd liggen: Avaya was een huis aan het bouwen op haar gezicht. De fundering was niet zo stevig, want toen kwam Janneke overeind en het huis stortte in. We zijn blij dat Avaya niet de architect is van ons project.

Tijdens de pauze hoorden we vandaag eindelijk hoe we verder zouden gaan met de bouw. Als alle gaten ongeveer 1,80 meter diep zijn, zal er een laag bakstenen in gelegd worden. Daarbovenop leggen we de ijzeren stellage en worden een soort pilaren gemaakt door ijzeren staven de lucht in te maken. Hierna wordt er ongeveer 45 centimeter beton gestort. Als dat weer klaar is, graven we sleuven tussen alle gaten om op alle plekken het fundament met elkaar te verbinden. Michele merkte hierbij op: “But then we have to stay three more months!”. Of hij gedacht heeft dat hij het werk zo kon versnellen, geen idee. Maar hij had dit nog niet uitgesproken of hij zat gehurkt op de knieën bij het ijzeren vlechtwerk om het ijzeren tangetje te proberen, dat de werkmannen gemaakt hebben om de ijzerdraadjes stevig op de kruispunten van het vlechtwerk vast te maken.

Hierna besloot de groep om nogmaals naar de bouwplaats af te dalen, maar nu voor de welbekende taken: graven, klei verplaatsen, manden leeg schudden, graven, klei verplaatsen, manden leeg schudden en ga zo maar door. Ondanks de eentonigheid, ging alles op de bouw naar wens, totdat we Hilde op een gegeven moment hoorden zeggen: “Oh, dit is wel erg dom!”. Ze was uitgeschoten met de pikhouweel en die was langs haar been geschampt. Zelf grapte ze: “Och, kon niet erger. Dit was toch mijn slechte been!”. We trommelden Fleur op en na wat EHBO te hebben verricht, was alles weer snel onder controle.

Onderweg naar huis kwamen we opeens een wegversperring tegen. Aangezien we Thali nog niet uit waren en dit de enige weg uit het dorp was, moesten we er toch langs. De wegversperring bleek een sleuf van zo’n 20 centimeter breed en 40 centimeter diep te zijn. Chitra probeerde er overheen te rijden door te mikken op de houten plankjes die over de gleuf lagen om brommers door te laten. De plankjes bleken niet helemaal bestand voor een toeristenbus. Voor we het wisten, stapten we dan ook uit en lieten onze mannen hun spieren rollen door de bus op te tillen. Terwijl zij tilden, schoof een werkman twee stenen onder het wiel van de bus. Hierdoor kon Chitra gas geven en kwamen we veilig aan de andere kant van de sleuf! Onder luid geklap en gejuich stapten we weer in en kwamen we zonder verdere problemen bij het guesthouse.

Terwijl wij terugreden vanuit Thali, waren ook Mattie en Vivian onderweg naar het guesthouse. Onderweg waren er voor hen weer veel nieuwe dingen te zien. Terwijl ze bijvoorbeeld rustig over straat liepen, reden er opeens ontzettend veel brommers een steegje in. Vivian en Mattie wilden wel eens zien wat hier aan de hand was en liepen achter de brommers aan. Ze bleken uit te komen in een drukke winkelstraat. In de straat stonden de Nepalese taxi’s al klaar.

We kwamen ongeveer tegelijk aan en riepen meteen een vergadering in het leven: er was weer nieuws over Ineke. Ineke gaat lichamelijk gezien goed vooruit. De diarree is onder controle en de vochtbalans hersteld. Ze houdt zich goed aan wat de dokter of verpleegsters zeggen. Door een toeval, of valt het je toe, hebben ze gisteren ontdekt dat er meer aan de hand is dan de diarree waarmee ze opgenomen was. In overleg met de dokters gaan ze dat verder onderzoeken als ze terug is in Nederland. Dat betekent dat ze eerst nog tien dagen gaat genieten van het samenzijn in Nepal. Het land waar ze zich zo thuis voelt en helemaal op haar plaats is. Hopelijk kan ze morgen naar het guesthouse om daar haar plaats aan onze tafel in te nemen. We hebben wel unaniem besloten dat ze het deze tien dagen rustig aan gaat doen en dat zal niet meevallen voor zo’n bezige bij als zij. Zoals iedereen in Nepal zichzelf op een of ander vlak tegenkomt, zo is ook zij zichzelf tegen gekomen en we kunnen niet anders zeggen dan dat ze een groot voorbeeld is voor iedereen, in het dragen en verdragen van tegenslagen die het leven zoal biedt. Als groep zijn we allemaal blij als Ineke weer van de partij is. We missen haar aanwezigheid erg. Niet in de laatste plaats omdat er nog niemand is opgestaan, die op de momenten dat we allemaal doorheen zitten het lied aanheft: “en van je hela hola houd de moed erin……!” Het gaf ons altijd een boost om door te gaan en dat doet het nog steeds! Wat een wondertje dat we juist vandaag het voetje van Ineke thuis trokken. Ook hieraan zien we dat we met z’n allen verbonden zijn: dichtbij of veraf. Samen blijven we, ieder op onze eigen plek, de stappen zetten die nodig zijn!

Tekst en foto’s 30 handen helpen Nepal

Geef een reactie