Brit Christopher Ward nieuwe Generalmusikdirektor in Aken
De Akense gemeenteraad heeft vanavond Christopher Ward tot de nieuwe Aachener Generalmusikdirektor (GMD) gekozen. De 37-jarige Brit actueel 1ste Kapelmeester in het Saarländische Staatstheater zette zich ondanks sterke internationale concurrentie door. Voor de prestigieuze functie van GMD zijn niet alleen grote muzikale competenties als dirigent en orkestleider gevraagd, maar óók grote intermenselijke kwaliteiten in de omgang met muzikanten, zangers, theaterleiding, stedelijke gremia en last but not least het publiek. Onder de bejubelde en in Aken razend populaire GMD Marcus R Bosch waren al deze aspecten dik in orde. Bij de Amerikaan Kazim Abdullah, die Bosch opvolgde bleef de interactie met het publiek lang te matig. Het speelde een belangrijke rol bij zijn niet contractverlenging.
Christopher Ward studeerde musicologie aan de Universiteit van Oxford en dirigeerde en piano aan de Guildhall School of Music and Drama . Gedurende deze tijd werkte hij als dirigent bij de Oxford University Philharmonia, het Oxford University Chorus, Oxford Bach Chorus, de New Chamber Opera en de Arcadian Singers. In 2003 was Christopher Ward actief bij de Scottish Opera en de Royal Scottish Academy of Music and Drama in Glasgow , waar hij onder meer assistentie verleende aan Sir Richard Armstrong, Richard Farnes en Timothy Dean. In 2004 werkte hij voor de International Opera Studio Zurich.
Ward verhuisde in 2005 als Kapellmeister en solo-auditor aan het Staatstheater Kassel. ld . Hij regisseerde er ook verschillende concerten en was verantwoordelijk voor het jaarlijkse Theater-Jugendorchester Projekt. Van 2006 tot 2007 assisteerde hij Sir Simon Rattle bij de Berliner Philharmoniker in Wagner’s Das Rheingold ; eerst in Aix-en-Provence, daarna in Berlijn en Salzburg ( Pasen Festival 2007).
Van 2009 tot 2013 was Christopher Ward Kapellmeister bij de Beierse Staatsopera en assistent van Kent Nagano . Hij nam de muzikale leiding over van de nieuwe producties van La Cenerentola van Rossini, La Fedeltà Premiata van Haydn en The Cunning Little Vixen van Janáček, dirigeerde uitvoeringen van Rossini’s Il Barbiere di Siviglia en de wereldpremières van The Tragedy of the Devil van Péter Eötvös , Lucia Ronchetti’s Foolships en Miroslav Srnka’s Make No Lawaai met het Ensemble Modern bij de inhuldiging van het Operafestival van München 2011. Hij gaf ook concerten van het Beierse Staatsorkest , de Orkestacademie, de operastudio’s van de Beierse Staatsopera en La Scala in Milaan en de Junge Münchner Pilharmonie .
Christopher Ward trad ook op in de Staatsopera van Hamburg (Mozart’s Le nozze di Figaro ), in de Deutsche Oper am Rhein (Verdi’s La Traviata ), de Komische Oper Berlin (Mozart’s Le nozze di Figaro ), in het Staatstheater Braunschweig (Verdi’s Rigoletto ), Salzburg Landestheater (Rossini’s Il barbiere di Siviglia ), muziektheater in de wijk Gelsenkirchen (Saint-Saens Samson et Dalila ), Staatstheater Mainz (Verdi’s Un ballo in maschera ), Gerhart-Hauptmann-Theater Görlitz (Verdi’s La Traviata ), Augsburg Theater (Puccini’s La Bohème ) en in het Staatstheater Darmstadt ( Madama Butterfly van Puccini), en concerten met het Filharmonisch Orkest van het Staatstheater Cottbus , de Neue Lausitzer Philharmonie en het Altenburg-Gera Philharmonisch Orkest. Als onderdeel van de ISCM World Music Days 2013, dirigeerde hij ook de wereldpremière van de opera Dorian Gray van Ľubica Čekovská in het Slowaaks Nationaal Theater en later tijdens het International Music Festival Prague Spring 2015.
Sinds 2014 is Christopher Ward eerste kapelmeester aan het Saarländisches Staatstheater . Hier regisseerde hij nieuwe producties van Griegs / Sæveruds Peer Gynt , Ravel’s L’enfant et les sortilèges en Daphnis et Chloé , The Golden Cockerel van Rimsky-Korsakov en Bluthaus van Georg Friedrich Haas , en regisseerde hij uitvoeringen van Donizetti’s Lucia di Lammermoor en Verdi’s Macbeth .
In het seizoen 2015/16 nam hij de muzikale leiding over van Rameau’s Platée , Dvořák’s Rusalka en Verdi’s Rigoletto en voerde verschillende uitvoeringen van Verdi’s Un ballo in maschera , Britten’s Peter Grimes en Mozart’s Don Giovanni . Daarnaast dirigeerde hij een reeks symfonieconcerten, waaronder een programma met muziek van en met Jörg Widmann en in het 5e symfonieconcert van het Staatsorkest van Braunschweig Beethoven’s 4e symfonie in B flat major op 60 en Mahler’s 1e symfonie in D-majeur, evenals het ballet Productions Griegs / Sæverud’s Peer Gynt en Inger Celis Eckmann’s Kylián_Celis_Chaix. Aan het einde van het seizoen maakte hij zijn debuut in juli 2016 met het Brandenburg Symphony Orchestra.
In het seizoen 2016/17 volgen nieuwe producties van Der Freischütz van Weber en Simon Boccanegra van Verdi, een balletavond met Stravinsky’s Pulcinella , revoluties van Verdi’s Falstaff en Rossini’s De kapper van Sevilla , evenals symfonische concerten en nog veel meer. a. met de Bremen Philharmonic.
