Il trionfo del Tempo e del Disinganno

In Theater Aachen gaat zaterdagavond om 19.30 Händels oratorium Il trionfo del Tempo e del Disinganno in première. Wie erbij wil zijn moet snel wezen want de voorstelling is al bijna uitverkocht. Op 14 februari is er echter nog een herkansing.
Opvallend aan Händels opera- en oratoriumkunst is de multi-inzetbaarheid van zijn aria’s. De eerste die dat inzag was overigens Händel zelf. In de voorstelling in Aken zit dan ook de beste Händelmuziek, de Händel van het geniale moment.
Händel was 22 toen hij dit oratorium anno 1707 in Rome componeerde. Aanvoerder van de strijkers was de grote Corelli. Opera was verboden in Rome. Oratorium mocht wel. Mevrouw Schoonheid die door een mevrouw Lust wordt meegelokt. De heer Tijd laat Schoonheid echter oud worden, en dan is er de heer Inzicht (Disinganno, altstem), die vertelt dat je, als je maar eenmaal in de hemel weet te komen, van tijd noch schoonheid last hebt.

Multi-inzetbaar bij uitstek is de treuraria Lascia la spina, waarin mevrouw Lust haar verlies erkent. Händel nam het nummer mee naar Rome uit Hamburg, waar hij het eerder gebruikte als dansstuk in zijn opera Almira. Het beviel zo goed dat hij de aria later nog eens inzette in zijn opera Rinaldo. Tot Händels reisbagage hoorden ook Voglio cangiar en Crede l’uom, sierlijke aria’s die in oorsprong helemaal niet van Händel waren maar van de Duitser Reinhard Keiser.

Grote, gedragen Händel zit in de alt-aria Piú non cura. Flitsende Händel is te vinden in de tenor-aria È ben folle (de Tijd); nog schitterender in Un pensiero nemico, waarin Schoonheid de tijd uitlacht. Merkwaardig: het ritme van haar frase congrueert exact met dat van Cherubino’s Non so piú uit Mozarts Figaro, 70 jaar later gecomponeerd.
Van bijzondere schoonheid is Schoonheids slotaria Tu del Ciel, waarin de ziel ten hemel vaart in de vorm van Arcangelo Corelli – althans in een ijle solo-vioolpartij.
Een aparte voetnoot zit in een Sonata in het eerste oratoriumdeel. Het kan niet anders of de jonge Händel heeft hier zichzelf in beeld gebracht als speler. Nu weten we dus ook waar Alfred Hitchcock dat trucje vandaan had.

Meer informatie: www.theateraachen.de
Foto´s geleverd door Torena Publiciteit